De zogenoemde ‘RUB-lijst’ verdwijnt in ons land met ingang van 15 februari 2018. Daarop staan gewasbeschermingsmiddelen en biociden die voor 2007 zonder beoordeling een toelating hebben gekregen. Het Ctgb heeft een plan van aanpak opgesteld om voor deze middelen een reguliere toelating aan te vragen.
Om producenten en distributeurs over deze intrekking te informeren en hen in de gelegenheid te stellen tijdig een toelating aan te vragen, heeft het Ctgb een plan van aanpak opgesteld. Dat plan is vandaag gepubliceerd. Belanghebbenden uit de sector kunnen er tot en met 10 september op reageren. De reacties neemt het Ctgb mee in het collegebesluit van 25 oktober aanstaande. Begin 2018 krijgen de producenten en distributeurs van RUB-middelen de gelegenheid deze bij het Ctgb aan te melden voor beoordeling. Middelen die niet tijdig worden aangemeld, zijn na 30 juni 2019 illegaal op de markt.
Aanmeldingsprocedure
In het nu voorgestelde traject wordt de huidige RUB-lijst beperkt tot die middelen die tijdig bij het Ctgb zijn aangemeld voor een reguliere aanvraag. Producenten en distributeurs die met RUB-middelen op de markt willen blijven, krijgen begin 2018 de gelegenheid hun stoffen of middelen aan te melden. Na de aanmelding worden ze in de gelegenheid gesteld een beoordelingsdossier op te stellen, terwijl de stof of het middel op de markt kan blijven. Het Ctgb publiceert uiterlijk 2 april 2018 een besluit met stoffen en middelen die gedurende de toelatingsprocedure op de markt mogen blijven. Voor alle andere, niet aangemelde RUB-stoffen en -middelen geldt dat ze nog tot en met 30 juni 2018 (af)geleverd mogen worden en (op)gebruikt mogen worden tot en met 30 juni 2019.
Middelen op RUB-lijst
Op basis van de oude Bestrijdingsmiddelenwet kon de minister bestrijdingsmiddelen zonder beoordeling toelaten. Tussen 1962 en 2007 zijn er op basis van deze wet stoffen en middelen die gebruikt werden als gewasbeschermingsmiddel of biocide, op de RUB-lijst geplaatst. Het gaat dan om bijvoorbeeld bier voor het bestrijden van slakken, zout als onkruidbestrijdingsmiddel of knoflook-, soja- en ui-extracten tegen insecten en schimmels. Een deel van de RUB-middelen kan men rekenen tot de ‘groene’ of laagrisicomiddelen.
Dergelijke toepassingen op de RUB-lijst passen niet binnen de nu geldende Europese Gewasbeschermingsmiddelen- en Biocidenverordeningen. Daarom heeft de toenmalige minister van Economische Zaken in 2012 het voornemen tot intrekken van de RUB-lijst gepubliceerd. Feitelijke intrekking is enkele malen uitgesteld, in afwachting van aanpassingen in relevante Europese regelgeving.