Maatschap Hop in Wagenberg moet het tot half november hebben van het ras Crypton. Momenteel wordt het gewas van Marokkaanse planten gerooid, vertelt Jaap Hop, in een planting van begin april.
De kwaliteit is goed, al waren wel een paar bespuitingen met Tracer nodig om de trips uit het gewas te krijgen. Dat is gelukt. Een preventief spuitschema moet schimmels de pas afsnijden. De regen speelt geen parten, omdat het gewas op lichte grond staat. Dat laatste is aan de orde, omdat het bedrijf ook gebruik maakt van zware kleigrond, onder andere voor andijvie. Hierin is als gevolg van het natte weer de smetkans wat groter geworden, “al is de druk altijd wat minder dan op zand. We snijden de kroppen wel wat jonger.” De keus voor Crypton heeft te maken met de geschiktheid van dit ras voor de snijderij. Het grootste deel van de productie gaat daarheen, en wordt dan zonder wortelpruik geleverd.
Geen reparatiebemestingen
De neerslag heeft evenmin geleid tot de noodzaak tot reparatiebemestingen. De vroegste rassen kregen 200 kilo KAS per hectare aan de basis, aangevuld met Kornmag en 60 liter poly-N. De latere rassen zijn vier weken na planten bemest met een N-K-blend, met de stikstof in een langzaam vrijkomende Entec-formulering. “Dat is net voor de regen gebeurd, dat moet goed zitten.”
Voor vanaf half november valt de keus op de rassen Pluston en – voor de hergroei – op Harston. Alle prei wordt geponst op ruggen op 75 centimeter onderlinge afstand.
Pseudomonas voor het eerst
In de Pluston is wat Pseudomonas gevonden. “Waarschijnlijk in de hand gewerkt door de regen. Dat hebben we eerder nog niet gezien. Hoe dat gaat uitpakken? Dat zie je pas werkelijk met de oogst, denk ik.”
Ook nieuw is de ontdekking van de aanwezigheid van kiek, een hardnekkig wortelonkruid. “We zien het in het perceel waar we nu aan het rooien zijn. Het zit er al wat langer in, weten we nu. Met een groeistof proberen we het onkruid terug te zetten. Ik heb nu een stuk gedaan, dat is goed gelukt. Er moet Japanse haver op.”