Neonicotinoïden zouden alleen in bloeiende gewassen hun vernietigende werk doen onder nuttige insecten. Althans daar ging men tot voor kort van uit.
Tegenstanders grepen dit argument aan in hun verweer tegen een verbod op toepassing van de zogenoemde neonics in suikerbieten. Suikerbieten (schieters buiten beschouwing gelaten) bloeien niet en zouden bij toepassing van neonics dus ook geen schade doen aan de rondvliegende bijen en andere nuttige insecten.