Worst, kaas en dranken zijn nog altijd favoriet op de Grüne Woche in Berlijn. Al worden her en der wel pogingen gedaan om meer aandacht te krijgen voor duurzaamheid.
Mochten de inwoners van Berlijn het nog niet in de gaten hebben: met de grote demonstraties in de stad op zaterdagmorgen, is iedereen weer op de hoogte. Deze week vindt de negentigste Grüne Woche in Berlijn plaats. De internationale landbouwbeurs is niet alleen voor consumenten een mooie gelegenheid om te zien welke specialiteiten de vele deelnemende landen hebben. Voor politici en bestuurders is de beurs dé gelegenheid om informeel met elkaar te spreken, zowel nationaal als internationaal. In het kielzog van de beurs vinden diverse bijeenkomsten plaats, waaronder een informele bijeenkomst voor landbouwministers op het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken en een vergadering van de landbouwministers van de G20 op zondag.
Informeel netwerken
Voor Nederlandse bestuurders van agrarische bedrijven en landbouworganisaties en politici op zowel nationaal als provinciaal niveau is de Grüne Woche het moment om de contacten nog eens stevig aan te halen. Tijdens de diverse borrels en evenementen zijn er mogelijkheden te over om elkaar eens goed te spreken.“Iedereen die er toe doet, is hier. In Nederland heb je dat eigenlijk nooit, dat alle sectoren tegelijk vertegenwoordigd zijn met zowel bestuurders, politici als bedrijfsleven”, aldus één van de bestuurders.
Bij een rondgang over de beurs blijkt dat veel landen en Duitse deelstaten zich vooral traditioneel presenteren. Veel Oost-Europese landen prijzen hun grote variatie aan worst en de ruime keuze aan vruchtenlikeur. In combinatie met traditionele kleding, muziek en dans ademen de stands de eigenheid van de landen.
De Duitse deelstaten kiezen ook nadrukkelijk voor traditie. In de grote Beierse hal klinken de vele blaaskapellen en vloeit het bier rijkelijk. De vele aanwezige Beieren in lederhose en dirndl maken het beeld compleet. De sfeer zit er goed in en de waren worden gretig verkocht of geproefd. Het doorgaans wat oudere publiek van de Grüne Woche heeft zichtbaar plezier.
Oosterse kruiden en thee
In de hallen waar diverse Aziatische landen zich presenteren hangt een kruidige geur van de typische Oosterse kruiden en thee. Ook hier geldt: de landen prijzen hun traditie aan. De Thaise stand wordt opgefleurd met kleurige kunstwerken van groente, fruit en bananenblad, dat ter plaatse gemaakt wordt. Dat het land nog rouwt om de vorig jaar overleden koning is nog zichtbaar: meerdere grote foto’s van hem prijken in de stand. Een speciaal fonds is naar hem vernoemd om de landbouw in het land te stimuleren.
De Verenigde Staten en België laten vooral hun zoete kant zien. In een zeer kleurrijke stand worden Amerikaanse frisdranken en snoep aangeboden, ook wordt typisch Amerikaans ijs verkocht. De Belgen verkopen vooral veel bonbons. Scandinavische landen verkopen vis en Ierland prijs zijn typische bier aan. In een Italiaanse stand zijn de salami’s en Parmezaanse zo hoog opgestapeld, dat de verkoopster er nauwelijks nog bovenuit komt. In de zeer sjiek ogende Marokkaanse stands verkopen traditioneel geklede verkopers Arganolie, couscous en ander typisch Marokkaans waar. Vrijwel ieder land presenteert zich, zoals het traditionele gevoel bij het land is.
Nederlandse stand vooral modern
Nederland heeft het dit jaar over een andere boeg gegooid. Terwijl voorheen in het Nederlandse paviljoen de kleurrijke bloemen weelderig straalden en er vooral ruimte was voor kaas, tomaten en molens, straalde de stand dit jaar vooral iets moderns uit. Dat was precies wat het ministerie vooraf van plan was: Nederland moet laten zien dat de landbouw zeer innovatief en modern is. Met een stand met quinoa, 3D-brillen met video’s over de Nederlandse landbouw, duurzame waterflessen en luchtwassers, de methode om thuis biologische groente te telen en Kees-kaas, waarin de dierlijke vetten deels zijn vervangen door plantaardige oliën, laat Nederland iets anders zien dan vooral tulpen, kaas en molens. Al zijn de traditionele producten wel te vinden in de stand, maar veel minder prominent dan voorheen. De reacties van de Nederlandse bestuurders zijn niet enthousiast. “Kijk naar het publiek op deze beurs. Je moet hier de Nederlandse waar verkopen. De oudere Duitsers willen kaas en bloemen uit Nederland. We zijn hier niet op een innovatiebeurs”, aldus een van de aanwezigen. Het onderwerp ligt gevoelig. Velen willen niet met naam en toenaam in de krant. Maar het beeld is duidelijk: vrijwel iedereen heeft twijfels bij de keuze voor de invulling van de stand.
Staatssecretaris Martijn van Dam (Economische Zaken) zegt dat hij het goed vindt Nederland op een bijzondere manier in de kijker te spelen, door een combinatie te maken van de traditionele producten, in combinatie met de moderne technologie. “We proberen ons altijd iets vooruitstrevend te presenteren. We zullen na de beurs nog eens goed kijken of dit gelukt is en of deze aanpak nog goed aansluit bij het publiek”, aldus Van Dam.
Tijdens de eerste beursdag was het niet echt druk met bezoekers in de stand, al bleven velen toch even staan als dweilband Kleintje Pils speelde. Ook Frau Antje blijft ongekend populair bij het Duitse publiek.
Duurzaamheid meer op agenda
Ondanks dat de Grüne Woche nog vooral traditie uit straalt, is wel merkbaar dat er steeds meer aandacht komt voor duurzaamheid en biologische productie. In een speciale hal wordt uitgebreid uitleg gegeven over de moderne landbouw en alle technieken die gebruikt worden om zo efficiënt mogelijk te produceren. De voor- en nadelen van grootschalige veehouderij worden besproken, net als het verschil tussen de biologische en gangbare landbouw. Ook het effect van landbouw op het klimaat en de wereldvoedselproblematiek wordt uitgelegd. Op deze manier wordt het publiek toch geïnformeerd over het effect van de voedselconsumptie op het klimaat en de grote vraagstukken voor de toekomst. Maar de hoofdzaak van de beurs blijft toch: genieten van al het lekkers dat er te bieden is.