Vergaande voorstellen om de positie van telers bij de afzet te versterken gaan mogelijk te ver, vindt Nederland.
Dat stelt minister van Buitenlandse Zaken, Caspar Veldkamp, in een brief aan de Tweede Kamer. Hij reageert daarmee op voorstellen om de positie van telers en boeren sterker te maken. Daarvoor is aanpassing nodig van de Gemeenschappelijke Marktordening (GMO) voor landbouwproducten. Voor groenten en fruit gaat het dan vooral om de subsidieregeling Sig&f voor erkende producentenorganisaties.
Nederland heeft twijfels bij voorstellen om prijsonderhandelingen (met bijvoorbeeld supermarkten) namens erkende producentenorganisaties te laten uitvoeren door niet-erkende producentenorganisaties. Dat schept weer onduidelijkheid over de rol van erkende producentenorganisaties en de wijze waarop autoriteiten hierop kunnen toezien. En dat leidt weer tot risico’s op verschillende criteria en uitleg door verschillende autoriteiten. Eerder leidde onduidelijke regelgeving al tot boetes en inhoudingen, waardoor de regeling in Nederland uit de gratie was.
Register voor contracten en bemiddeling
Nederland ziet ook niets in een register waarin contracten tussen producentenorganisaties en supermarkten worden vastgelegd. Dat leidt tot te veel administratieve druk. Nederland is niet tegen een bemiddelingsmechanisme, dat lidstaten kunnen instellen, om geschillen tussen producentenorganisaties en afnemers op te lossen.
Twijfels bij nieuwe labels als ‘eerlijk’
Ook ziet Nederland niet direct toegevoegde waarde in nieuwe labels die op producten mogen worden gebruikt als ‘eerlijk’, ‘billijk’ en ‘korte ketens’. Het roept vragen op over criteria voor ‘eerlijk’ of ‘billijk’, maar ook weer over hoe dat wordt gehandhaafd. Dit kan de markt dan ook weer zelf oppakken, schrijft Veldkamp in de brief. Hij verwacht dat meerdere lidstaten de voorstellen tegen het licht zullen houden vanwege administratieve lastendruk, waardoor een aantal niet uitvoerbaar zal blijken.
Onderhandeling door Unie van producentenorganisaties
De nieuwe voorstellen moeten het ook makkelijker maken dat Unies van Producentenorganisaties prijsonderhandelingen uitvoeren namens aangesloten producentenorganisaties. In Nederland is The Greenery in gesprek met BelOrta over zo’n unie.
Verder kunnen in de groente- en fruitsector subsidiepercentages worden verhoogd van 50 naar 60% in lidstaten waar minder dan 10% van de telers is georganiseerd in producentenorganisaties. Nederland spreekt zich daar niet tegen uit, terwijl dat voor Nederland niet haalbaar lijkt. De organisatiegraad is veel hoger. Wel wil de Europese Commissie ook dat jonge en nieuwe telers die voor het eerst toetreden tot erkende producentenorganisaties (onder voorwaarden) een subsidiepercentage van 60% (in plaats van het huidige 50%) krijgen voor investeringen. Daar is Nederland zeker wel voorstander van.