Nederland sterker in groente- en fruithandel EU

De Nederlandse (verse)groente-export (€ 5,3 miljard) groeide in 2018 met 17% ten opzichte van 2015. De Spaanse groentenexport groeide in die tijd 6,8% naar € 5,1 miljard. De waarde van de Nederlandse groentenexport is daarmee de Spaanse al voorbij gestreefd. Nederland moet voor die hogere export meer groente importeren dan de Spanjaarden. Spanje heeft meer eigen productie en verdient dus meer aan de groentenexport uitgedrukt in de handelsbalans. Dat blijkt uit cijfers van het European Statistic Handbook. Dat is een uitgave bij de start van de internationale handelsbeurs Fruit Logistica die deze week in Berlijn van start gaat. Het onderzoek komt van het Duitse bureau AMI.

Exportgroei uit doorvoer

In Polen was de groentenexport sinds 2015 stabiel, Italië haalde een groei van 7,8%. Bij fruitexport groeide de waarde van de Nederlandse export sinds 2015 zelfs met 46% naar € 5,9 miljard. In Polen groeide de exportwaarde fruit in die periode 9,3% naar € 0,63 miljard. Spanje voerde sinds 2015 circa 10% meer uit in fruit, maar heeft met € 7,7 miljard de grootste fruitexport. Nederland haalt haar exportgroei vooral uit doorvoer. De import van fruit steeg in gelijke mate, Spanje exporteert vooral Spaans fruit.

Import groeit niet overal

Verschillende Europese landen ontwikkelen zich verder als importmarkt. Het Verenigd Koninkrijk en delen van Scandinavië voerden meer vooral Europese groente en fruit. Dat geldt ook voor Spanje overigens. Denemarken, Zweden en Finland hadden € 160 miljoen meer groente en fruit nodig in 2018. Nederland importeert dus veel meer groente en fruit dan in 2015, maar dat is vooral voor de handel (doorvoer). Frankrijk, Italië en Duitsland lieten in 2018 nauwelijks groei zien in de import van groente en fruit.