Je hoeft bij boegbeeld Aalt Dijkhuizen van topsector Agri&Food niet aan te komen met aannames, indrukken of slordige conclusies. Neem het debat over plofkippen, een actieterm van Wakker Dier die inmiddels gemeengoed lijkt te zijn.
Nederlandse kip kan op terrein van duurzaamheid de concurrentie aan met tofu of cashewnoten. Dat is het resultaat van kennis en productiviteit van de intensieve veehouderij. En die hebben we hard nodig om straks de wereld te voeden. Natuurlijk spelen bij de burger ook andere afwegingen, zoals welzijn. Maar vertel in ieder geval het hele verhaal en laat de consument kiezen op basis van feiten, betoogt Dijkhuizen. Onderliggend aan zijn pleidooi is de angst dat kennis en kunde uit Nederland verdwijnen. De primaire sector speelt een belangrijke rol als aanjager van innovaties. Ook voor goed onderzoek is een kritische massa aan bedrijven in de sector noodzakelijk.
Hetzelfde pleidooi komt terug in het eind juni gepresenteerde Landbouw Economisch Bericht (LEB) van LEI Wageningen UR. Het instituut stelt zich de vraag of Nederland nog wel productieland moet zijn, of dat de agrosector zich vooral moet richten op de export van kennis en productiemiddelen. Het is een interessante discussie. Geen bulkproductie meer, dat kan veel goedkoper in Spanje, Polen of Marokko. Maar Nederland moet wel de showroom blijven van nieuwe technologieën.
Het instituut houdt het nog op ‘en-en’, maar is tegelijkertijd ook duidelijk over bulk. Producten met minder toegevoegde waarde kunnen op termijn beter elders worden geproduceerd en daarna naar Nederland worden gehaald. Graag allemaal wel onder Nederlandse regie, met Nederlands uitgangsmateriaal en Nederlandse kennis. Met de moderne ict-technieken kan de regie van productie en processen op afstand worden gevoerd, aldus LEI.
Terug naar Dijkhuizen: er moet wel een productietak in Nederland overblijven die tot innovatie aanspoort en die de bevindingen beproeft, om deze vervolgens te exporteren. Een gezonde sector dus, mét bulk en mét niche. De kunst is om deze variëteit in de benen te houden. Een keuze ook voor iedere individuele ondernemer om te bepalen in welk segment hij past.