De naleving van regels voor gebruik van gewasbeschermingsmiddelen is een kwetsbaar punt, zegt de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit in een donderdag uitgebrachte rapportage over 2014.
De NVWA publiceerde drie onderzoeksrapporten. Uit de rapportages komt een beeld naar voren dat de regels voor gewas- beschermingsmiddelen lang niet altijd goed worden toegepast. Alleen telers van vaste planten houden zich goed aan de regels.
Controles
Bij bijna een kwart van 263 controles werden overtredingen geconstateerd, die te wijten waren aan de toepassers van de gewasbeschermingsmiddelen. Daarbij ging het onder andere om controles op de naleving van spuitvrije zones (14 meter) langs oppervlaktewater. Uit analyse bleek dat de juiste driftarme doppen wel aanwezig zijn, maar dat ze niet altijd goed worden gebruikt.
Bij de 157 controles in spuitvrije zones bleek dat in 23 procent van de gevallen de regels verwijtbaar werden overtreden. In die gevallen is een boeterapport opgemaakt. De NVWA ziet geen verbetering ten opzichte van voorgaande jaren.
Waarschuwingen
Volgens de rapportage zijn in totaal 61 boetrapporten opgemaakt en 13 schriftelijke waarschuwingen gegeven. In de meeste gevallen ging het om het niet gebruiken van een kantdop langs oppervlaktewater en het gebruik van middelen in strijd met de voorschriften, zoals de toepassing van een daarvoor niet-toegelaten middel in een bloeiend gewas.
Bloembollentelers
Vooral bloembollentelers maken zich schuldig aan overtreding van de regels. Bijna de helft (45%) houdt zich niet aan de regels, bijvoorbeeld door middelen te gebruiken die niet zijn toegelaten in de specifieke teelt. Telers geven aan dat zij vooral over onvoldoende middelen beschikken om onkruiden effectief te kunnen bestrijden.