Op 13 juni heeft Arthur van Geest de nieuwe komkommerteelt (ras Lausanne) geplant, waarmee hij doorteelt tot eind oktober.
“We gaan in augustus niet nog een keer planten”, zegt de komkommerteler. “We doen nu zoveel mogelijk gewaswerk om de plant vitaal te houden. Aan de onderkant hebben we al zeven bladeren geplukt. De laatste stamvruchten zijn op 23 juli geoogst. Nu snijden we alleen nog rankvruchten.” De productie is niet extreem hoog, maar wel goed. “Het zijn allemaal 40‘ers en 50‘ers. De afzet is goed en we hopen dat het door het warme weer zo blijft.” Na het planten heeft de teler achttien stamvruchten laten zitten. Hier en daar is een kromme en dubbele vrucht weggehaald. De rest kon blijven zitten.
Op twee ranken gekopt
De planten waren na 2,5 week aan de gewasdraad. Daar zijn ze gekopt en zijn er twee ranken aangehouden. Van Geest: “Met de teelt gaat het goed. Het gewas is gezond en heeft geen last van Pythium. Dat komt omdat na de windhoos de steenwolmatten in de hele kas zijn vernieuwd, waardoor we schoon konden beginnen aan de nieuwe teelt. Een deel van de matten vervangen was geen optie en onverantwoord vanwege de mogelijke stukken glas in de steenwol. Ook was het dan moeilijk bij het telen om ze gelijk te houden.”
pH-waarde onder 6 houden
De matten waren volgedruppeld met 3,5 EC en een pH van 5,2. “De planten hebben de voeding opgegeten en we hebben tot wel 4 EC meegedruppeld om 3 EC in de mat te houden. Ook zijn we doorgegaan met ammoniumnitraat meegeven om in de zomer bij snelle groei de pH in toom te houden. We houden de pH het liefst onder de 6, maar dat is niet gelukt want deze is toch opgelopen naar 7.”
Het is ook met de meeldauw heel rustig
Rustig met plagen
Nadat de stamvruchten eraf waren, heeft Van Geest een keer met Tepeki tegen luis gespoten. In het begin van de teelt is drie keer de roofmijt Transeius montdorensis (50 stuks/m2) uitgestrooid over het gewas. En in week 30 zijn van deze roofmijt zakjes (1 op 7 planten) opgehangen. Elke week heeft de komkommerteler Rocket met de LVM toegediend tegen het ‘wit’ (echte meeldauw). In week 31 heeft hij met de LVM Frupica gebruikt. “Het is ook met de meeldauw heel rustig.”
Klimaatinstellingen
Het kasdek is voorzien van een Redufuse IR-coating voor een koeler klimaat in de kas. De temperatuur staat bij het begin van de dag ingesteld op 20,5 graden Celsius. Vanaf 12.00 uur is dat 21 graden. De temperatuur voor de voornacht, van zonsondergang tot 3 uur na zonsondergang, staat op 18 graden ingesteld. De nanacht, die tot 1 uur voor zonsopgang loopt, staat op 19 graden. De luchtingstemperatuur staat 0,5 graden hoger ingesteld dan de stooktemperatuur. Om 12.00 uur gaat deze naar 23 graden Celsius. Bij de hittegolf wordt de luchtingstemperatuur ingesteld op 20 graden. “De andere temperaturen zetten we lager om het zo lang mogelijk koel te houden.”
Elke 50 Joules lichtinstraling wordt er een druppelbeurt gegeven.
Auteur: Harry Stijger