‘Mooie eerste tros op lobbladeren gekopte planten’

Bij Cees Oosterlaan in Berkel en Rodenrijs is het einde van de teelt in zicht. De tomatenplanten (ras Arvento) zijn op 27 augustus al gekopt zodat hij eind oktober de laatste tomaten kan plukken. “Begin november neemt Spanje de markt van ronde tomaten over waardoor het prijstechnisch niet interessant is langer door te gaan.”

In productie loopt hij nog steeds twee kilo per vierkante meter achter op vorig jaar, als gevolg van het donkere weer. “Ik verwacht niet dat we de achterstand nog inhalen. “ Aan de stand van het gewas zal het niet liggen. “Het gewas is mooi groen en groeikrachtig met flinke bladstrekking. En door het mooie weer van de afgelopen tijd worden de laatste trossen mooi grof.” De plantbelasting was eind week 38 nog 115 vruchten per vierkante meter. “Ik verwacht dus zeker nog 10 tot 11 kilo per vierkante meter te plukken.” De uitval van planten is minimaal. “We hebben nog nooit zo weinig Botrytis gehad als dit jaar, terwijl het weer toch niet mee heeft gezeten.” Een verklaring heeft hij er niet voor. “We knippen al voor het derde jaar de eerste twaalf leeggeoogste trossen af zodat de bundels van stengels op de grond niet gaan rotten. En snijden van blad doen we ook al jaren.”



Iedere twee weken biologie erin

Met de biologische bestrijding gaat het bijna vanzelf dit jaar. “Vanaf eind maart, bij de eerste wittevlieg, brengen we iedere twee weken twee sluipwespen per vierkante meter in, een mix van Encarsia en Erethmocerus.  Dat hebben we tot 1 september volgehouden en dat heeft prima gewerkt. Zo doen we dat al een paar jaar. Om onverklaarbare reden slaat Macrolophus hier nooit aan en chemisch is er al helemaal niets meer voor hande tegen wittevlieg.” Rupsen zijn wel irritant. Hij heeft  sinds juli al vier keer gespoten met het bacteriepreparaat Xentari en toen de hommels eruit waren met Steward.”



Bijtijds leeg

Vorige week heeft Oosterlaan het laatste rondje blad gesneden. Er blijven twaalf bladeren per stengel over. De kastemperatuur houdt hij nog  redelijk op peil. “We willen wel bijtijds leeg zijn.” Overdag staat de stooktemperatuur op 17 graden. In de namiddag staat de luchtlijn op 22 graden met een lichtverhoging van 2 graden. Daardoor kan het op zonnige dagen nog 25 tot 26 graden worden. Tussen 17.30 en 20.00 heeft hij een korte voornacht ingesteld van 15 graden. Daarna stookt hij langzaam naar een nachttemperatuur van 17 graden, vanaf 23 uur met een minimumbuis van 35 graden en vanaf zonsopgang van 40 graden. De luchtlijn staat er 1 graad boven maar heeft ’s morgens een vochtverlaging van 0,5 graden.



De watergift vindt plaats tussen 11 en 15 uur met zes tot acht grote beurten van 300 milliliter per vierkante meter. “Ik wil zeker 10 tot 12 procent interen.” De druppel-ec is 2,8 en de mat-ec 4,5 mS/cm.



In week 42 begint hij met ethrellen, in drie keer spuit hij de hele tuin. “Ik heb niet zoveel personeel dus de oogstpiek moet niet te groot worden.” De hoeveelheid ethrel is zo uitgekiend dat hij zeker onder de mrl van 0,8 zal blijven. “Met deze hoeveelheid blijft de kwaliteit gewoon super.”



Andere moment van koppen

Hoewel hij de productie van vorig jaar waarschijnlijk niet zal halen, gaat hij volgend seizoen opnieuw Arvento zetten. “Maar we kiezen nu wel voor op de lobbladeren gekopte planten. We hadden dit jaar een proefje. De twee stengels waren mooi gelijk en hij gaf een heel mooie eerste tros. De op het tweede echte blad getopt-geënte  planten waren veel onregelmatiger, de kop groeide er soms uit en de eerste tros was klein en had bonken. Er zitten geen meerkosten aan op de lobbladeren koppen, dus dat levert gauw wat op.”