Bedrijven en onderzoeksinstellingen in de tuinbouw weten de MKB Innovatiestimuleringsregeling Topsectoren (MIT) goed te benutten.
Dat blijkt uit een evaluatie van de regeling door onderzoekers van SEO Economisch Onderzoek. De meeste aanvragen komen uit de Topsectoren Agri&Food, maar ook Tuinbouw&Uitgangsmaterialen. Het aantal aanvragen uit andere topsectoren blijft achter. De vele aanvragen in de Topsector Tuinbouw&Uitgangsmaterialen worden met name veroorzaakt door een sterke focus op kennisvouchers. Zo ging bijna de helft van kennisvouchers in 2015 naar deze Topsector en met name naar één onderzoeksorganisatie in de tuinbouw.
Opzet gewijzigd
De MIT is begonnen als een regeling alleen gericht op de agenda’s van de Topsectoren. Sinds 2015 kent de MIT een nationale module en een provinciaal deel. Een deel van de instrumenten wordt door Rijksdienst voor Ondernemers (RVO) nationaal uitgevoerd en een deel door de regio’s.
De opzet van de MIT is hiermee fundamenteel gewijzigd. Het is veranderd van een regeling die alleen op de (nationale) topsectoren was gericht, naar een regeling die zich ook richt op de regionale innovatiestrategieën. De wijziging in de opzet heeft er ook voor gezorgd dat het budget van de MIT flink is verhoogd. Het budget voor de MIT was in 2013 circa € 21 miljoen en dat is opgelopen naar € 55 miljoen in 2016.
Economische resultaten niet meetbaar
De regeling loopt af in 2018 en is geëvalueerd. Die is evaluatie is vooral bedoeld om bij een eventuele verlenging de regeling te verbeteren. De onderzoekers wijzen op de nog altijd complexe uitvoering. Veel aanvragers gebruiken intermediairs, waardoor gemiddeld 8% van het subsidiebedrag naar deze partijen gaat.
Uit de evaluatie volgt dat de regeling een invloed heeft op het innovatievermogen van bedrijven. Het is echter nog te vroeg om dat uit te drukken in economische resultaten, zo blijkt uit het onderzoek.