De Tuinbouwontwikkelingsmaatschappij (TOM) realiseerde in Noord-Brabant toekomstbestendige glastuinbouwlocaties. Soms was dat laaghangend fruit plukken in kleinere gebieden, soms worstelen met een economische crisis of lokale weerstand vanuit omwonenden en gemeentes. Uiteindelijk zijn de oorspronkelijke doelstellingen succesvol afgerond.
Een ambitieuze opdracht: ‘Realisatie van 500 hectare uitgeefbare tuinbouwpercelen voor 390 hectare glas in de provincie Noord-Brabant’. En daarbij nog de sanering van 30 hectare aan solitaire bedrijven. Dit doel kreeg de Tuinbouwontwikkelingsmaatschappij (TOM) mee bij haar oprichting in 2002. Er waren destijds absolute onmogelijkheden voor individuele Brabantse teeltbedrijven om door te groeien op een manier zoals dat bijvoorbeeld bij collega’s in het Zuid-Hollandse Westland wel het geval was.
Lees verder onder de foto‘s
TOM wegens behaalde doelen beëindigd
De TOM, een publiek-privaat samenwerkingsverband tussen de provincie Noord-Brabant en NCB-Ontwikkeling (gelieerd aan ZLTO), heeft haar doelstellingen waargemaakt. Dankzij een vlotte gronduitgifte met de recente schaalvergroting, zelfs vier jaar eerder dan verwacht. Daarom wordt de ontwikkelingsmaatschappij nu beëindigd. Er is succesvol 403 hectare aan goed ontsloten en ruime glastuinbouwpercelen gerealiseerd, 81% van de doelstelling. En als het vastgelopen project Deurne alsnog doorgang zou gaan vinden, dan komt het totaal op 523 hectare, wat de doelstelling net overtreft.
Het tweede oorspronkelijke doel was om 30 hectare bestaand glas te saneren, met financiering door de provincie en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Uiteindelijk bedroeg die sanering zelfs 57 bedrijven met 67 hectare glas, ondanks alle meegemaakte stroperigheid van beleid en planologische procedures.
Grondprijzen stortten in tijdens economische crisis 2014
Het derde doel, om te eindigen met een redelijk rendement, lukte echter niet. De grootste tegenslag was de economische crisis. TOM-directeur Piet Janmaat: “In 2014 waren de banken het vertrouwen in de glastuinbouw volledig kwijt, en moesten leningen halsoverkop overgenomen worden door de aandeelhouders (NCB-Ontwikkeling en de provincie)”.
Grondprijzen van eerder in een dure tijd aangekochte percelen stortten, toen eindelijk alle langdurende planologische bestemmingswijzigingen rond waren, in elkaar. De TOM stond op een gegeven moment zelfs € 58 miljoen in het krijt. “Van de ene op de andere dag taxeerde de bank tuinbouwgrond op een kwart van de waarde. Uiteindelijk gingen we verkopen in een magere tijd. Dat is de reden dat de TOM afsluit met een verlies van ongeveer € 5,5 miljoen. Als we het geduld hadden kunnen opbrengen om nog twee jaar te wachten, dan waren we met winst geëindigd.” Want vanaf 2016 ging het met de schaalvergroting en nieuwbouw in de glastuinbouw ineens enorm hard.
Ik zie nog steeds toekomst voor dat gebied bij Deurne
In Deurne moesten zeven Brabantse telers in 2010 ook constateren dat ze niet in staat waren om te financieren en noodgedwongen moesten afhaken. Toen daar later weer financiële ruimte ontstond, kwam de uitvoering stil te liggen vanwege de problematiek met stikstofdepositie en PAS rond de natuurgebieden in de Peel.
Nu de TOM ophoudt te bestaan, heeft de provincie het volledige grondeigendom van de aangekochte gronden overgenomen. De planologie ligt gereed. Gerard Daandels, voorzitter van de raad van Commissarissen van de TOM: Ik zie nog steeds toekomst voor dat gebied bij Deurne. Als het lukt om tot een integrale aanpak van de stikstofproblematiek te komen, kan het best zijn dat er binnen afzienbare tijd toch een tuinbouwlocatie kan gaan verschijnen.”
Ruimte voor grote en kleine glastuinders gerealiseerd
Behalve grote mooie kavels realiseren, die passen bij de huidige schaalvergroting, zijn ook volop kleinere glasbedrijven in Brabant geholpen aan een perceel. Zo zijn in Someren zes bedrijven van 2 hectare naar 4 of 5 hectare geholpen. Ook op andere locaties zijn minder grote bedrijven neergestreken.
TOM-directeur Piet Janmaat: “In Nieuw Prinsenland is ook speciaal een hoek vrijgehouden voor kleinere percelen. Maar daar bleek uiteindelijk toch geen belangstelling voor. Een aantal potentiële verplaatsers vond het saneringsgeld dat ze voor hun grond kregen voldoende om te beslissen stoppers te worden. Anderen vonden de reële marktprijs in zo’n nieuw gebied toch te hoog. Een bedrijf van 2 hectare heeft nu eenmaal vaak weinig vlees op botten en minder armslag dan een grootschalig bedrijf om zoveel geld neer te tellen.”
Mede dankzij de TOM-activiteiten lijken telers met in totaal 800 tot 1.000 hectare nu redelijk gesteld te staan voor de toekomst, van de totale circa 1.600 hectare glas in Brabant. “Er zijn denk ik nog zo’n veertig tot zestig ondernemers met solitair glas die wel verder willen, maar die wij helaas niet hebben kunnen helpen.”
Om allerlei redenen. Soms wilde een buurman zijn grond niet verkopen om lokaal uit te kunnen breiden, duurden procedures zo lang dat telers zonder opvolgers zich op den duur te oud vonden worden om nog grote investeringen aan te gaan, of wilde men uit sentiment niet weg van de eigen solitaire locatie. Soms ook waren gewenste locaties ongeschikt voor de toekomstplannen. “Een dubbele vrachtwagen-combinatie die tomaten komt ophalen, met alleen een lokaal smal landweggetje, dat is ook geen reële optie.”
Afscheid TOM startpunt Greenport Brabant?
Volgens ZLTO-voorzitter Wim Bens is de missie van de TOM geslaagd, maar ligt er nog steeds potentie voor versterking van de glastuinbouw in Brabant. “Er is in zeven gebieden groei en ruimte gerealiseerd voor telers/ondernemers, maar de TOM is op wel twintig locaties actief geweest. Er zijn toch een aantal kansrijke locaties die nog niet zijn ingevuld.”
“Wij willen onze provincie groener maken. Het zou mooi zijn als het afscheid van de TOM tevens het startpunt zou zijn van een nieuw op te richten ‘Greenport Brabant’. We hebben daar geen blauwdruk voor. We willen geen kopie worden van andere Greenports in Nederland, maar een samenwerkingsverband met een eigen identiteit vormen, tussen telers, overheden, agrarische onderwijsinstellingen en kennispartijen als brainpark Eindhoven. Geen groot log netwerk, maar een soort platform waar we elkaar makkelijk kunnen vinden. Want Brabant blijft toch het land van de zachte ‘g’, van de menselijke maat.”
Meer aandacht voor Brabantse tuinbouw
Gedeputeerde landbouw van de provincie Noord-Brabant Elies Lemkes ziet de TOM eveneens als een opmaat naar de toekomst. “Het is toch vreemd dat ons Brabantse landbouwprofiel nog zo gedomineerd wordt door de dierlijke sector. Het wordt tijd om dat profiel evenwichtiger te gaan maken, als je ziet welke rol de tuinbouw in onze provincie speelt. Van het totale landelijke glasareaal staat 17% in Brabant, 80% van de aardbeien komt hier vandaan, en we zijn goed voor 31% van de komkommerteelt.”
“Er gaat € 891 miljoen om in de Brabantse glastuinbouw, en de vollegrondstuinbouw staat voor € 600 miljoen. En het gaat niet alleen om de producten, maar om de hele keten die hier vertegenwoordigd is, van zaadveredelingsbedijf tot en met afzet. Dus de sector plant kan meer aandacht krijgen”, zegt Lemkes.
Kansen voor grootschalige glastuinbouwgebieden
De gedeputeerde verwacht bij de komende plannen voor omgevingsveranderingen nog wel uitbreidingsmogelijkheden voor de glastuinbouw, in ruil voor vestiging elders. Verder ziet zij kansen voor grootschalige glastuinbouwgebieden. “En we moeten kijken hoe we in de provincie aanwezige kennis van data, robotisering en andere hightech, ook kunnen inzetten voor de tuinbouw. Daarnaast zijn er diverse instituten bezig zijn met restroom-verwaarding, wat telers eveneens een mogelijkheid biedt om de omzet te vergroten.”
“Ik wil een ‘verkenner’ gaan aanstellen, die speciaal gaat kijken wat er nodig is om de tuinbouw in Brabant een goede toekomst te geven. Dat moet leiden tot doelen, en geen lijst met middelvoorschriften.”
Kostbare landschappelijke inpassing
Behalve financieringsproblemen, bleek ook planologie reden dat sommige projecten vastliepen of sterk vertraagd werden. Regelmatig ontstond forse en hardnekkige weerstand vanuit omwonenden en ambtenaren. Een voorbeeld daarvan is Steenbergen. Gerard Daandels, voorzitter van de raad van Commissarissen van de TOM: “Tuinbouw lijkt daar wel dezelfde klank te hebben als een stuk vergif voor de omgeving.”
Bij afspraken rond Nieuw Prinsenland werd bij de TOM zelfs een budget van € 7 miljoen afgedwongen, vrij te besteden voor natuur en landschap. Daandels, met een kritische ondertoon: “Wij gaan daar zeker nog een keer kijken wat ze met dat geld van ons gaan doen.”
Verder werden soms miljoenen euro’s besteed aan landschapsdijken rondom kassen, op duur aangekochte tuinbouwgrond.