‘Minder insectendruk bij veel regen’

Terugblikkend op de laatste fase van de vorige teelt, constateert Koen Neyens: “De kwaliteit op het uiteinde van de teelt is goed geweest. Ook kwam de planning goed uit met de doorkleuring, dus zonder teveel groen te hoeven oogsten.” Het zachte en vrij zonnige najaar droeg bij aan die resultaten. “Dat goede weer had ook tot gevolg dat de biologie langer zijn werk heeft gedaan dan andere jaren.”

Voldoende blijven verdampen

Wel was vanwege die zachte weersomstandigheden extra aandacht nodig voor de vochtbeheersing. “Je gaat wat korter luchten. Want je wilt geen krimpscheuren op de laatste vruchten. De plant moet voldoende blijven verdampen. Voor de kop en de bloemen is niet veel verdamping meer nodig als vruchten alleen nog maar afrijpen, maar je wilt de plant wel actief houden. Anders krijg je kwaliteitsproblemen.”

Lagere insectendruk

De vele regen tijdens de opkweekperiode bij de plantenkweker heeft als voordeel gehad dat de insectendruk vanuit de natuur lager was, waardoor het makkelijker was om planten vrijwel vrij van plaaginsecten af te leveren. “Vorig jaar hadden we wat luis, nu niet. Wel nog een paar planten met trips. Daar hebben we lokaal wat extra biologie bijgestrooid, om te proberen het daar in te dijken.” De teelt is direct biologisch gestart, dus zonder spuit-ronde.

Rustig starten

In de teelt zelf is tijdens het planten rustig aan gedaan met de temperatuur, om eerst het plantmateriaal te laten acclimatiseren. “Maar daarna zijn we, lichtafhankelijk, al snel naar 21 graden op de dag gegaan.” Er wordt een vrij vlakke temperatuurlijn aangehouden. Richting zetting zullen de dag- en nachttemperatuur verder uit elkaar getrokken gaan worden.

Tijdens de eerste weken van de nieuwe teelt hebben we heel weinig licht gehad. Dat is te merken aan een tragere plantontwikkeling. “Je kunt nu eenmaal niet sneller gaan dan de natuur.”

Aandacht voor schermen

Van de twee schermdoeken is er eentje dit najaar vervangen. Als de buitentemperatuur en/of instraling dat toelaten, sturen de ingestelde klimaatsetpoints de doeken na elkaar open. “Alleen als de buitenomstandigheden net rond de instellingen fluctueren, dan vergt het wel wat aandacht. Dan moet je het open- en dichtgaan even in de gaten houden.”

Voorzichtig watergeven

Watergeven gebeurt nog heel voorzichtig. “In het begin geven wij altijd vrij vlot water. Maar als de planten eenmaal ingeworteld zijn, dan mogen de matten droger worden, om de plant zo veel mogelijk te laten doorwortelen.” Dat kan betekenen dat er op sommige heel sombere en regenachtige dagen slechts één beurtje per dag gegeven wordt. Zeker nu de mat nog nat genoeg is van zichzelf, is dat geen enkel probleem. Straks gaat dat wel veranderen. “In januari kan de zon al iets meer macht gaan hebben.”

Auteur: Peter Visser