Jeroen Beaard in Haarsteeg is nog volop bleekselderij aan het snijden. Daarmee gaat hij door tot half november, als het weer geen roet in het eten gooit. Tot op heden valt het mee met de weersomstandigheden.
Vorige week had hij alles bij elkaar 55 millimeter in zijn regenmeter gehad, over een periode van twee weken. Dat is een hoeveelheid die sommige collega’s in een enkele dag voor hun kiezen kregen. “We hebben het er dus redelijk goed vanaf gebracht, kun je stellen. Sterker nog, door de regen is het gewas eigenlijk alleen maar bekomen, de kwaliteit is goed.”
“In de weken tevoren was het al lang net even te droog. Volgens de weersverwachting zou het steeds gaan regenen, maar uiteindelijk bleef die voorspelde neerslag dan weer uit. En tegen het najaar word ik altijd wat voorzichtiger met beregenen. Het zal niet de eerste keer zijn dat je hebt beregenend en er daarna toch nog een flinke plens regenwater bijkomt.”
Smalle basis tegen wantsen
Beaard gebruikt voor de teelt vier rassen, die hij afwisselend inzet. Twee ervan, Plato en Stetham zijn vooral voor het najaar. “Ik vind die wat sterker tegen waterstelen”, motiveert hij. Andere bedreigingen zijn wantsen en bladvlekken. In deze tijd van het jaar zijn wantsen weliswaar geen probleem meer, maar dat geldt wel voor de aanpak van dit insect.
“Het enige wat we hebben is Calypso, een bladluizenmiddel met nevenwerking op wantsen. Het werkt, maar garanties krijg je niet. Dat vormt een wel heel smalle basis, en het ligt niet voor de hand dat bleekselderij komt te staan op het etiket van nieuwe middelen. Daarvoor is deze teelt jammer genoeg te klein, vrees ik.”
Probleem van werkzame stof
De omstandigheden zijn wel gunstig voor bladvlekken. “Zoals nu, met oplopende temperaturen na de nodige neerslag. Ik wacht met samengeknepen billen wat er wat dat betreft eventueel komen gaat, want behandelen kan niet meer. De veiligheidstermijn van geëigende schimmelmiddelen is geen probleem, maar wel de hoeveelheid werkzame stof die je daarmee aanvoert.”
Milieukeur trekt grenzen
Beaard is op verzoek van zijn handelspartners Milieukeurteler geworden. Een van de spelregels is dat er een limiet zit aan de aanvoer van het aantal grammen werkzame stof. “Dat zet een blokkade op de mogelijkheden om problemen als bladvlekken aan te pakken. Ik heb niets tegen bewust en zuinig omgaan met gewasbeschermingsmiddelen, maar niets meer mogen omdat je een opgelegde grens overschrijdt, is soms spelen met vuur.”
Maatregel met subsidie
Percelen die leegkomen, worden indien de bodemcondities dat toelaten, ingezaaid met rogge. Dat gaat met een rijenstrooier met ketsplaten. Het apparaat wordt op een vaste tandcultivator gebouwd, zodat de graankorrels tussen de cultivatortanden en de verkruimelrol vallen. “Dat doen we al jaren, daarmee gaan we door tot in oktober. Dit najaar hebben we er overigens nog niets aan gedaan, dat moet nog gebeuren.”
De maatregel wordt ook nog gesubsidieerd. “Dit jaar voor de eerste keer in mijn 25-jarige tuinderscarrière, we kregen een kleine EU-vergoeding, dat was profiteren…”
Auteur: Joost Stallen