Akkerbouwer Piet van der Burgt is er tegen dat de retail Milieukeur eist voor AGF. Hij is gestopt met het keurmerk. Het kost te veel, is onpraktisch en levert niets extra’s op.
Het plan van Albert Heijn en Jumbo om voor de teelt van Nederlandse groente, fruit en aardappelen (AGF) minimaal het niveau van Milieukeur gaan eisen, is slecht gevallen in de akkerbouw. Akkerbouwer Piet van der Burgt is fel gekant tegen de afspraken tussen de retail en de milieuorganisaties Greenpeace en Natuur en Milieu. Hij heeft in De Rips, Noord-Brabant, een akkerbouwbedrijf van 150 hectare met consumptieaardappelen, suikerbieten, gazonzoden, conserven (diverse wortelen) en uien. Vanwege de conserventeelt was Van der Burgt bijna zeven jaar deelnemer aan Milieukeur, tot dit voorjaar.
Waarom bent u met Milieukeur gestopt?
“Voor Milieukeur krijg je punten voor onder meer een bemestingsplan en waterbeheersplan, maar ook voor het ophangen van nestkastjes en het hebben van een voortuin. Veel eisen hebben niets met een gezonde voedselproductie te maken. Het kost me wel een paar duizend euro per jaar, onder andere voor certificering, controles en bemonstering. Het is vooral een papieren verhaal, er wordt geen rekening met de praktijk gehouden. Als we met nieuwe technieken spuiten om drift en de hoeveelheid middelen te beperken, wordt dat niet gewaardeerd. Het heeft niet het gevoel van de landbouw. Ook brengen de producten geen cent meer op.”
Hoe kijkt u aan tegen het voornemen van de supermarkten om Milieukeur te eisen?
“Mijn grootste ergernis is dat de akkerbouwsector niet betrokken is bij de afspraken tussen de retail en de milieuorganisaties. Dat is een kwalijke zaak. Na de varkens en de kippen met Beter Leven zijn nu de akkerbouwers aan de beurt. Natuurlijk mogen ze eisen stellen, maar doe dat dan in overleg met de sector wat praktisch en nuttig is. Ik ben bang dat het vooral bedoeld is om meer grip op de prijzen te krijgen.”
Wat betekent het voor uw bedrijf?
“We kunnen op deze zandgronden veel middelen voor onkruidbestrijding niet missen. Ik zie het somber in voor een aantal teelten. Ook vraag ik me af of er rekening is gehouden met resistentievorming, doordat akkerbouwers minder kunnen wisselen met middelen.”
Wat kan de sector zelf doen om het vertrouwen van de burgers te vergroten?
“We moeten uitleggen waarom we dingen doen. Daarom doe ik zelf mee met open dagen, zodat mensen zien waarmee we bezig zijn en ik hen dingen kan vertellen. Ik hoor wel eens van mensen uit de buurt dat ik wel heel vaak met de veldspuit bezig ben. Als ik dan uitleg dat ik door vaker te spuiten lagere doseringen kan gebruiken waardoor per saldo veel minder werkzame stof nodig is, kijken ze er heel anders tegenaan.”
En deelname aan andere keurmerken dan Milieukeur?
“Ik doe mee aan duurzaamheidsproject Veldleeuwerik, daar heb je meer aan. Akkerbouwers leren op een ongedwongen wijze van elkaar. Deelnemers gaan zaken anders doen omdat ze er zelf in geloven, niet omdat er iets op papier in een ordner staat.”
Lees ook: ‘Supermarkten laten zich chanteren’