Het grondontsmettingsmiddel metam-natrium is per direct door staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken tijdelijk verboden. LTO Nederland en Plantum tonen begrip voor de voorzorgsmaatregel, maar ze maken zich zorgen over de haalbaarheid en betaalbaarheid van alternatieven voor metam-natrium.
LTO Nederland en Plantum hebben begrip voor het tijdelijk verbod op metam-natrium, dat vooralsnog tot 15 augustus geldt. “We zijn geschrokken van de nieuwe informatie over de mogelijke risico’s voor de gezondheid van omwonende kinderen. Die rechtvaardigt de genomen voorzorgsmaatregelen”, reageert Joris Baecke, LTO portefeuillehouder plantgezondheid. LTO pleit voor Europese voorzorgsmaatregelen, omdat risico’s voor de volksgezondheid niet aan landsgrenzen gebonden zijn.”
Gelijk speelveld
LTO Nederland en Plantum vrezen dat het tijdelijk verbod op gebruik van metam-natrium leidt tot zware beperkingen voor Nederlandse telers, omdat alternatieven vaak nog niet haalbaar en betaalbaar zijn en telers in andere landen mogelijk geen beperkingen worden opgelegd. “Wij vinden dat staatssecretaris Dijksma daar oog voor moet hebben en vol moet inzetten op een gelijk speelveld binnen Europa,” aldus Baecke.
Bedreiging exportpositie
Plantum en LTO Nederland maken zich, als gevolg van het per direct afgekondigde moratorium, zorgen over de fytosanitaire kwaliteit van het uitgangsmateriaal, waaronder groenteplanten. “We houden er rekening mee dat de herbeoordeling van metam-natrium die het Ctgb nu gaat doen tot een inperking van de toelating kan leiden, waardoor veel percelen niet of niet volledig aaltjesvrij kunnen worden gemaakt. Dat is een regelrechte bedreiging voor de Nederlandse exportpositie”, benadrukt Niels Louwaars, directeur Plantum.
Drie alternatieve sporen
LTO Nederland en Plantum zetten daarom vol in op de (door)ontwikkeling van alternatieve methoden van aaltjesbestrijding. “De focus is daarbij gericht op 3 sporen en daar hebben we de tijd bij nodig.” Die drie sporen zijn verder ontwikkeling van aaltjesbestrijdende groenbemesters, doorontwikkelen van alternatieve technieken, zoals biofumigatie en bodemresetten en het derde spoor is nieuwe behandeltechnieken waarbij gevarieerd wordt met temperatuur en CO2 om aaltjesbesmetting in de bewaring van uitgangsmateriaal ongedaan te maken. Bij aardbeiplanten zijn hiermee al goede ervaringen opgedaan.