Rien Reijngoudt in St. Philipsland oogst zeker tot eind april nog het ras Topscore. “Het ras vraagt veel ‘kuiswerk’, zoals de Belgen dat zeggen. De productie is enorm met minstens 80 kilo per bak van 90×120 centimeter.”
Het vele werk komt door ‘vuile kroppen’, vanwege het meegroeien van de oude bladkraag. Dat wordt wel zoveel mogelijk voorkomen door de wortels van dat ras op het veld zo laag mogelijk te klappen. Het nadeel van de ‘vuile kroppen’ is de hiermee gepaard gaande ziektedruk en die probeert Reijngoudt zoveel mogelijk te beperken door een maximale luchtbeweging in de cellen te bewerkstelligen en de luchtvochtigheid op een zo laag mogelijk niveau te houden. “Maar je kunt daar niet te ver in gaan, want dan krijg je last van uitgedroogde koppen.”
Obline oogstte hij tot in week 9. “Dat ras maakt minder kilo’s, maar oogst gemakkelijker. In het handelskanaal is het een minder betrouwbaar ras, in verband met de houdbaarheid. Voor mij valt dat ras daarom af.” Dat houdt in dat Reijngoudt voor de periode van 1 januari tot 1 maart nieuwe rassen gaat uitproberen.
Levensbedreigend ras
Topscore vindt Reijngoudt een topras, maar juist dat maakt het een voor de sector ook levensbedreigend ras. “De producties en de kwaliteit zijn goed, maar je ziet dat door die hoge productie op sommige plaatsen witlof vernietigd moet worden en de prijs is door het hoge aanbod een regelrecht drama. Dat heeft iets van ‘je ene been is afgezet, het genezingsproces verloopt goed, maar je andere been moet er ook nog af’. Als dat gebeurt, kan je niet meer lopen. Dat is min of meer symbolisch voor de situatie in de huidige witlofsector.”
De Zeeuw forceert op 19 graden Celsius watertemperatuur en verlaagt dat geleidelijk naar 15 graden. Op die manier is Topscore nog steeds ontembaar: “in 18 dagen is het ras oogstrijp, terwijl wij toch rekenen met 21 dagen.”
Recht van de sterkste
Het huidige overaanbod is niet zo zeer een gevolg van hoge wortelproducties in 2013. “Iedereen heeft dit seizoen net voldoende; vorig seizoen was er een overschot. Het ligt puur aan de vele kilo’s die er van een trekbak geoogst worden. Willen we de malaise oplossen, dan zullen we als sector (Europees gezien) 10 procent minder witlof op de markt moeten zetten. Dan krijg je een normale prijsvorming. Gezien het feit dat ieder voor zich werkt en er collectief niets te regelen valt, geldt het recht van de sterkste. En dan hoop je maar dat je tot die categorie behoort.”