‘Met latere plantdatum teel je lekkerder’

Jasper en Stefan Oussoren telen al weer voor het derde jaar het grove trostomatenras Merlice op onderstam Maxifort in de onbelichte kas van 5,9 hectare in Zevenhuizen. Maar dit jaar hebben zij de stap aangedurfd om het ras ook in de belichte kas (5,3 ha) te zetten. Dat gebeurt nergens anders. “We zijn we er erg tevreden over”, zegt Jasper Oussoren.

In de onbelichte kas heeft hij de laatste twee dagen van 2013 een vrij grote plant geplant, op 2,5 plant per vierkante meter. Ze waren 4 november gezaaid en na het enten getopt op het eerste en tweede echte blad. “Merlice moet je op snelheid telen dus later zaaien. Dat is energie-technisch ook beter.”

Rommelding maar wel belangrijk

De planten zijn 17 dagen na het planten op het gat gezet, toen de helft van de eerste tros bloeide. “Vorig jaar hebben we wel meteen op het gat geplant, maar mede door het donkere weer is de eerste tros toen mislukt. Nu is het nog steeds een rommelding, maar wel voldoende gezet om er plantbelasting mee te maken en de plant te beheersen.” Door het donkere weer en het vaste ac-folie heeft het vrij lang geduurd voor de planten goed vast stonden op de mat. Watergeven doet Oussoren minimaal want de matten zijn nat zat. De planten krijgen eventueel een druppelbeurt van 120 milliliter in de voornachtperiode.

Snelheid houden

Het klimaat staat ingesteld op een dagwaarde van 22 graden (om 14.30 uur bereikt) met maximaal 2,5 graden lichtverhoging (tussen 100-300 W/m2). In de voornacht realiseert hij om 20 uur een temperatuur van 13 graden en om 22.45 uur stookt hij langzaam op naar de na-nachttemperatuur van 16,5 graden die hij om 6 uur wil bereiken. In week 4 realiseerde hij zo een gemiddelde etmaaltemperatuur van 17,5 graden. “Normaal is dat al lager omdat het folie er dan al uit is. Maar wanneer ik de etmaaltemperatuur wil verlagen doe ik dat met de nachttemperatuur, want ik wil wel de snelheid erin houden. De omstandigheden zijn super vegetatief door het folie, het donkere weer en de natte matten.” Deze latere plantdatum bevalt hem prima. “Dit is een heel andere teelt dan begin december starten. Als de zon nu komt kun je volop gas geven. Zo teel je toch een stuk lekkerder.”

Vroeg hoge dichtheid

In week 5 heeft hij al bij één op de drie stengels een dief aangehouden waardoor de plantdichtheid toeneemt van 2,5 naar 3,4 stengels per vierkante meter. “Het is vrij vroeg voor zo’n dichtheid, maar vorig jaar is het ook goed gegaan.”

Het gewaswerk bestaat nu uit dieven en draaien, trossen beugelen en snoeien. Het beugelen van de eerste tros is apart gedaan. “Het snoeien van die eerste tros is lastiger door de onregelmatigheid. Zo konden we het snoeien ook later doen om beter te selecteren.” De eerste tros is nu voor 95 procent op vier gesnoeid. Vanaf de tweede tros tot het eind van de zomer gaat Oussoren op vijf snoeien. “Misschien gaan we dan nog terug naar 4, want we zagen veel gele stengels op het eind van vorige teelt. We willen dit jaar tot half december doorgaan dus we vragen best veel van de plant.”

Overstekend wild

In de gewasbescherming gebeurt nog niet veel. In week 3 zijn de eerste Encarsia-sluipwespen erin gegaan (2 stuks per m2) en om de week komen er nieuwe bij. Alleen bij de ingang naar de belichte kas heeft hij gele vanglinten opgehangen. “Bij de start van de belichte teelt stak wittevlieg over uit de onbelichte teelt. Als ze nu terugkomen wil je zo veel mogelijk vangen, maar we hebben hier nog geen wittevlieg gezien.”