‘Meermalen een vals zaaibed ging niet’

De 2 hectare witte kool en 3 hectare rode kool voor de bewaring die Hans Rozendaal, zijn broer Jan en schoonvader jaarlijks telen op hun biologisch bedrijf in Strijen, wordt normaal rond 20 mei geplant.

Die streefdatum is dit jaar gehaald voor één hectare rode kool. “Die middag waren we op een geschikt perceel begonnen met het planten van knolselderij. Omdat het weer ‘gunstig’ bleef, hebben we diezelfde avond ook meteen de eerste kool geplant. Dat was op grond van 35% afslibbare delen, die grond lag er mooi bij. Het waaide die dag enorm hard, waardoor het toen vlot opdroogde.”

Wel stond er meer zaadonkruid dan gebruikelijk, doordat het dit voorjaar niet lukte voorafgaand aan de teelt een vals zaaibed te maken. Meestal lukt dat wel twee of drie keer. “We hebben het onkruid opgeruimd met de kopeg voorop de planttrekker.”

Hoop op mooi groeiseizoen

Vorige week donderdag 27 mei werden de planten voor de resterende 4 hectare kool uitgeleverd, samen met een partij knolselderijplanten. Rozendaal hoopte op dat moment de koolplanten direct na het weekend uit te kunnen planten. “Voordat alles dan in de grond zit, zijn we 10 tot 14 dagen later dan gepland. Het is allemaal bewaarkool. Ik hoop op een mooi groeiseizoen, dan zien we in oktober wel verder.”

Paar duizend planten minder

Voor de witte kool wordt gerekend met 54.000 planten per hectare, en voor rode kool met 46.000 à 47.000. “De rode koolrassen zijn Roxy en Resima, bij een te hoge plantdichtheid ontstaat daarmee makkelijk verdringing: een kool groeit goed uit, wat er omheen staat blijft relatief klein. Plant je een paar duizend planten minder, dan kan dat zomaar 10 tot 15 ton per hectare schelen.”

Eerdere natte voorjaren

De voorjaren van 2012 en 2016 waren ook erg nat, weet Rozendaal nog. De neerslag viel toen vooral na het plantwerk. “Dat was lastig met de onkruidbestrijding. In een van die jaren zaten daar buien bij met soms 60 millimeter neerslag. Leek het dan weer voldoende opgedroogd om te schoffelen, ging het weer fout. Zo ging er door uitspoeling ook wel wat stikstof verloren. Dat speelt nu geen rol. Het koolperceel is vorig najaar bemest met vaste mest, dit voorjaar is er varkensdrijfmest op gegaan.”

Pastinaak en pompoen

De familie Rozendaal teelt nog een aantal andere gewassen, waaronder pastinaak, in een zaaisel van 7 en 8 mei. Deze planten stonden eind mei net boven de grond, het onkruid kon tussen de buien door worden afgebrand. De pompoenen werden op 15 mei gezaaid, op een perceel waar de onkruidbestrijding dit voorjaar in het water was gevallen. “Dat is van nature een vrij schoon perceel, wel met wat stekelplekken. Normaal zouden we de grond vooraf klaar leggen met een kopeg, deze keer hebben we direct in onbewerkte grond gezaaid. De kluitenruimers voor de zaaikouters waren wat dieper gezet, waardoor het onkruid uit de zaairijtjes werd geduwd. Als het droog wordt, kunnen we het overblijvende onkruid met de schoffel pakken.”

Auteur Joost Stallen