‘Meer werk voor een mooie kist prei’

Prei en bloemkool vormen de belangrijkste pijlers onder het vollegrondsgroentebedrijf van Twan Wijnen uit Maasbree. Hij bewerkt in totaal 120 hectare, waarvan 15 hectare is gereserveerd voor Romanesco, 55 hectare voor bloemkool en 50 hectare voor de teelt van prei.

“Ongeveer de helft van onze omzet komt uit de prei”, zegt de Limburger. “We leveren bijna jaarrond via Fossa Eugenia, alleen in juni en juli hebben we geen product.”

Op dit moment is Wijnen druk met het rooien en schonen van de winterprei. Deze oogst loopt door tot eind april, begin mei. “Medio april beginnen we met het volrooien van de bewaarcel. Deze prei schonen we vervolgens in mei.”

Mindere kwaliteit

De ondernemer is niet erg te spreken over de kwaliteit van de winterprei. “Deze is eigenlijk al de hele winter niet best. Waarschijnlijk door een combinatie van factoren: het gewas groeide lang door in de herfst, bleef lang nat in de winter en kreeg het nodige te verduren door de vele regen in februari. Ook de kwakkelwinter – koude en warmere dagen die elkaar afwisselden – deden het gewas geen goed.”

Wijnen signaleert onder andere meer smet dan normaal, ook zijn er meer uitvallers. “De schoningsprestatie valt tegen. Het kost ons meer werk om mooie kisten prei af te leveren. Al zitten er wel verschillen tussen de rassen. Flexiton en enkele nieuwe rassen van Novisem scoren bijvoorbeeld beduidend beter dan Oslo.”

Afzet vastgelegd

Roestproblemen zijn nog niet aan de orde, geeft de ondernemer aan. “En dat terwijl een ras als Harston, dat we ook telen, hier in deze periode behoorlijk gevoelig voor is. Het voordeel is echter dat het de afgelopen periode behoorlijk droog was, waardoor roest minder kans kreeg. Ook ging de prei mooi schoon de winter in.”

Over de prijsvorming is de teler niet ontevreden. Het voordeel is echter dat hij niet afhankelijk is van de dagmarkt. “Daar zijn de prijzen al de hele winter beneden peil. Fossa Eugenia heeft de afzet veelal in contracten vastgelegd en we mogen daardoor nog niet klagen. Maar het feit dat we deze winter meer moeten doen om mooie prei te kunnen afleveren, zet het rendement natuurlijk extra onder druk.”

Planten zomerprei

Rond 10 april start Wijnen met het planten van de zomerprei. Hij teelt met name Krypton, gevolgd door Nunton en een nieuw ras van Novisem. “We zijn nu al bezig met het onderwerken van de groenbemesters, maar bemesten en plantklaar maken doe ik pas een paar dagen voor het planten. Nu is de grond namelijk mooi vochtig, ik wil voorkomen dat deze te zeer uitdroogt.”

Einde voor preiteelt door nitraatrichtlijn

De preiteler vreest dat het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn een grote bedreiging gaat vormen voor de preiteelt op de zandgronden. “Het is de bedoeling dat we straks één keer in de vier jaar een rustgewas telen op een perceel. Dat betekent nogal wat. Lang niet alle percelen zijn namelijk geschikt om gedurende de wintermaanden prei op te telen. Door deze maatregelen zullen we dus extra grond nodig hebben. En ik vraag me af ook op preipercelen uiterlijk 1 oktober een vanggewas moet zijn ingezaaid. Of mag er wel prei op staan voor de oogst in het nieuwe jaar? Als dat niet het geval is, betekent dit dus dat je van oktober tot juni geen prei kunt rooien. Dan is het afgelopen met de preiteelt in ons land.”

Volgens Wijnen moeten preitelers een gezamenlijk, krachtig en eenduidig signaal afgeven richting Den Haag om de preiteelt op de zandgrond mogelijk en werkbaar te houden. “Ik zet me daarom in om preitelend Nederland te verbinden in één organisatie. Samen staan we sterk!”

Auteur: Ank van Lier