Meer ruimte en licht in paden tussen aubergineplanten

“Door het wegvallen van allerlei gewasbeschermingsmiddelen wordt het steeds moeilijker om ziekten en plagen te bestrijden“, zegt Rob van der Knaap van auberginekwekerij PandA in Honselersdijk.

“De productie was in week 29 1,9 kilo per vierkante meter. Het is dan sinds mei dat het onder de 2 kilo is gezakt. In week 30 kwam de productie weer boven de 2 kilo uit. De dip in de productie is veroorzaakt door een paar donkere en koele dagen voor de tijd van het jaar.”

De vruchten zijn wat grover. In het begin dan de week bij de eerste oogstronde is het gemiddelde vruchtgewicht 360 gram en bij de tweede oogstronde later in de week is dat 320 gram. De kwaliteit van de aubergines is goed.

Planten onderin aan elkaar gebonden

Om de paden wat ruimer te maken, zijn de planten onderin aan elkaar gebonden. “Aubergine is een beetje hangende plant, waardoor het gewas in het pad hangt. Door de planten onderin bij elkaar te binden en bovenin de draden wat meer uit elkaar te doen, krijgen de planten meer licht en is er meer ruimte voor de oogst- en gewaswerkzaamheden.”

Door het donkere weer staat er een krachtiger en meer vegetatiever gewas in vergelijking met andere jaren. “Met meer zon zou de plant generatiever zijn.” In het gewas zit bovenin veel bloei en voldoende zetting. Door de schimmels rot er wel een bloemetje weg, wat dus productie kost.

“We hebben een goed gevoel over het gewas om ermee het najaar in te gaan. Het is niet een plant waar in de zomer alles al uit is gehaald.”

Meer problemen met plantenziekten

Om de schimmel- en verwelkingsziekten te bestrijden is op advies in week 29 met Serenade gespoten. “Door het natte weer is het donker, warm en vochtig in kas. De hoge luchtvochtigheid van 90% wil je afluchten, maar dat gaat niet omdat het buiten ook zo is. Daardoor hebben we last van schimmel- en verwelkingsziekten. We denken dat we ook last van de bacterie Erwinia hebben. Hier is eigenlijk niets tegen te doen.” Op één plek in de kas komt de verwelkingsziekte het meest voor.

Spint komt snel opzetten

In het gewas zit een behoorlijk populatie van de roofmijten Phytoseiulus persimilis en Neoseiulus californicus. “Deze spintroofmijten doen goed hun werk en de bestrijding is stabiel. Maar met een noordenwind en zon gaat de ontwikkeling van spint in een paar dagen tijd bijzonder hard. Hierdoor is een spintplaag moeilijk te bestrijden. We hebben nu een keer Naturalis gefogd met de lvm. Hiervan gaat 80% van de spint dood.”

Bladluis is weer wat meer komen opzetten. In week 29 is een derde maal met Verimark gedruppeld. Voor de bestrijding van de wolluis is overgeschakeld van lieveheersbeestje Cryptolaemus montrouzieri naar de gaasvlieg Chrysoperla carnea. Voor de bestrijding van trips moeten nog meer roofmijten Amblyseius swirskii worden uitgezet.

Auteur: Harry Stijger