In aanloop naar het Kamerdebat van 19 april over Voedselbeleid zet onderzoeker Hans Dagevos van Wageningen Economic Research wat van zijn zorgen op een rijtje omtrent politiek, voedselconsumptie en wetenschappelijk onderzoek.
“De politiek plaatst zich mijns inziens op afstand van de wetenschap als het belang van een andere samenstelling van onze consumptiepatronen naar minder dierlijk en meer plantaardig politiek als ‘gevoelig’ of ‘controversieel’ worden aangemerkt en vervolgens ‘taboe’ worden verklaard. Ik spreek hier mijn zorg uit over het tekort aan consumentgericht onderzoek in de context van de eiwittransitie. Ik constateer een gebrek aan publieke financiële support voor onderzoek naar de consumentenacceptatie van nieuwe eiwitten (plantaardige vleesvervangers, kweekvlees, algen, insecten) en naar de plaats en betekenis van gezonde en (donker)groene voedingsstijlen voor nu en straks.
(On)aantrekkelijk voorbeeld
Het is, denk ik, belangrijk in consumentenonderzoek te anticiperen op de toekomst tussen 2020 en 2040 en na te gaan waarom mensen al dan niet hun voedingsgedrag willen of kunnen veranderen. Ook is het van belang studie te maken van consumenten die wel al vooruitlopen op die toekomst – om bijvoorbeeld na te gaan hoe en in hoeverre deze voorlopers een (on)aantrekkelijk voorbeeld zijn voor anderen.
‘Veel mensen en maatschappelijke initiatieven zijn met passie en plezier bezig met ‘goed eten”
Ik zie dat er veel positieve maatschappelijke energie aanwezig is als het om gezond eten en eten met een goed geweten gaat. Veel mensen en maatschappelijke initiatieven zijn met passie en plezier bezig met ‘goed eten’. Dit contrasteert nogal met de bescheiden rol die voeding speelt in de politiek – zowel die in het Haagse als ook op gemeentelijk niveau, zoals de gemeenteraadsverkiezingen onlangs bewezen. Dit stilzwijgen sluit niet erg aan bij het uitgesproken maatschappelijke potentieel.
Niet alleen ‘harde’ cijfers
Ik zou wensen dat de politiek zich meer aantrekt van en bezighoudt met hoe mensen met eten bezig zijn – zowel als bron van vreugde en samenzijn als van zorg en wantrouwen. Landbouw en voedsel bieden veel meer mogelijkheden dan de politieke bemoeienis die zich beperkt tot ‘harde’ cijfers over de economische betekenis van de sector.
Eten betreft in hoge mate ook ‘zachte’ normen en waarden, levensovertuigingen en emoties. Eten verbindt, en dit zou ook kunnen gelden voor het verbinden van politiek en burger-consumenten. Veel consumenten staan allesbehalve onverschillig tegenover eten of zien ons voedsel als louter vanzelfsprekend. Veel consumenten zijn in feite actieve en betrokken bondgenoten van voedselpolitiek gericht op duurzaam en gezond en mandateren politiek en beleid om daarop in te zetten. Ik zou bijna zeggen: het maatschappelijk draagvlak is er, nu de politiek nog.”
Lees hier de hele Position paper van Hans Dagevos