De Arvento bij Cock van Schie in Kwintsheul kon de afgelopen warmteperiode goed aan.
“Het gewas heeft er steeds vrij fris bij gestaan, ondanks de lage rv’s en de hitte. Arvento kan nogal eens last hebben van slappe koppen, maar die heb ik dit jaar ook niet gezien.”
Aan de andere kant is de kop momenteel ook niet dik. “Dat is weleens anders geweest rond deze tijd, maar hij blijft nog vrij rustig. Dat komt onder andere doordat de plantbelasting nog erg hoog is. We zitten nog op 200 vruchten per vierkante meter. De planten blijven generatief en bloeien hoog in de kop.”
Koppen
Van lieverlee komt het stadium van koppen weer in beeld, dat tussen 5 en 9 september staat gepland. Dat luidt een komende eindfase van de teelt in. “Jammer genoeg. Want het staat er nog fris bij. En we hebben ook weinig uitval van Botrytis, ondanks dat we daar weinig aan gedaan hebben. Wel hebben we wat luchtiger geteeld.”
Ochtenddip
De nanacht staat op 16,5 graden Celsius ingesteld, om rond 6.00 uur naar een ochtenddip van 15,5 graden te gaan. Rond 9.00 uur wordt opgestookt naar 20 graden Celsius, met 4 graden lichtverhoging erop. Om 11.00 uur gaat de temperatuur naar 21 graden, met dezelfde verhoging op licht en ruimte voor nog eens 4 graden extra op stralingssom. ’s Avonds om 21.00 uur gaat de voornacht naar 13 graden Celsius, maar met heel donker weer kan dat ook al rond 18.00 uur zijn.
Makkelijk lage EC
Bij de watergift geeft hij 2,7 EC mee, waar op licht 0,4 van af mag. De mat-EC blijft dit jaar met het warme weer makkelijk heel laag. “Je zou verwachten dat je dan gebreksverschijnselen gaat zien of een week gewas. Maar alles ziet er steeds heel goed uit. Geen kwaliteitsproblemen zoals wankleurigheid of zachte vruchten, niets.” Kennelijk verdampt de plant zo veel dat de plant toch voldoende voeding mee neemt bij de wateropname. Ook het luchtiger telen dit jaar kan een rol spelen.
Eerste galmijt
De biologische bestrijding is nog voldoende op peil. “Er zit nog dik Maxcrolophus. Je komt slechts een enkel wittevliegje tegen. Geen rupsen en spint. En de Tuta absoluta waar we eerder last van hadden, is nu geen probleem meer. Op de gele vangplaten kom je er nog wel tegen, maar in het gewas kun je ze eigenlijk niet terugvinden.”
Wel zijn de eerste plekken galmijt gevonden. Die worden plaatselijk behandeld met Oberon. “Daarmee hopen we het voorlopig onder de knie te houden.”