“We werken met die hitte liefst maar tot 13 uur, maar als we niet rond dreigen te komen, dan wordt het toch een paar uur later”, zei Geert van de Sande van Nieuwkoop Paprika’s in Nootdorp eind vorige week.
Van de Sande teelt het rode ras Maranello en knipte vorige week ruim 1 kilo paprika per vierkante meter, net als deze week. “Het is maar goed dat we er in week 29 kort op hebben gezeten, want anders was het een week later 1,4 kilo geweest en dan loop je het risico op overrijpheid. Door er kort op te zitten, krijg je misschien wat meer bonte vruchten. Maar dat is veel beter uit te sorteren dan overrijpe vruchten. En een bonte vrucht die erdoor glipt, is natuurlijk veel beter te verkopen dan een overrijpe.”
Veel brandplekjes
Het sorteren is er toch al niet gemakkelijker op geworden. De felle zon en hoge vruchttemperaturen hebben voor veel brandplekjes op de vruchten gezorgd. Het ras is er ook gevoelig voor. “We rapen er nu zo’n 6% klasse 2 uit. Die plekjes zijn moeilijker te zien dan bijvoorbeeld misvormde vruchten, dus je hebt een man extra nodig aan de sorteermachine.”
‘Bij een kastemperatuur boven 28 graden kom je in de gevarenzone’
Van de Sande heeft een enkel scherm boven de paprika. Dat loopt voor 70% dicht als de instraling boven 550 Watt komt. “Als je het verder dicht trekt dan loopt de kastemperatuur verder op, ondanks de ventilatoren onder het scherm. Twee overlappende schermen zou beter zijn. Nu hou je altijd een open strook waar de zon volop schijnt. Daar zie je dan ook de meeste brandplekken. Bij een kastemperatuur boven 28 graden kom je in de gevarenzone. Je meet dan vruchttemperaturen van ruim boven 40 graden.”
Krijt en daksproeiers
Op twee andere locaties heeft Van de Sande krijt aangebracht op het kasdek. “Deze zijn het meest kwetsbaar voor brandplekken.” Hij gebruikt ook daksproeiers om de kastemperatuur te verlagen. “Je kunt er 1 tot 1,5 graad mee koelen. Maar er verdampt heel veel op het kasdek en de bodem van het bassin komt in zicht. Met 2 kassen onder het krijt en de omgekeerde osmose op vol vermogen hebben we net genoeg water.”
Dagelijks krijgt het gewas zo’n 6,5 liter water per vierkante meter, op zonnige dagen van 8.30 tot 20.00 uur. Ongeveer 30% daarvan komt als drain terug en wordt opnieuw gebruikt. De EC is vanwege het warme weer verlaagd van 2,3 naar 2,0.
Etmalen van 25 graden
Behalve met de dakberegening is er aan het kasklimaat weinig te sturen. “De ramen hebben al een paar weken niet bewogen. We komen nu op etmaaltemperaturen van 25 graden. Dat gaat ten koste van de bloemkwaliteit.” Tot en met week 29 waren de nachten nog redelijk fris. Maar vorige week werd het ’s nachts ineens ook warm. De kastemperatuur wordt dan nog extra verhoogd door de minimumbuis van 40 graden (van 23 tot 7 uur). “We moeten dat wel doen om overdag te kunnen CO2’en uit de wkk. Zo kunnen we de CO2-concentratie overdag op 500 ppm houden. Maar het minimumbuisje verhoogt de etmaaltemperatuur wel met een halve graad.”
Met spuitpistool over het gewas heen
Met de gewasbescherming gaat het vrij goed. Het zijn vooral de rupsen die extra aandacht vragen. Als de aantallen in de vanglampen toenemen, start een spuitcyclus met een mix van Dipel, Prolon-g en Nocturn. “We spuiten om de 3 weken met een spuitpistool over het gewas heen, een keer per tralie. Dat gaat 3 keer zo snel en levert goede resultaten op omdat je met deze middelen de rupsen niet zelf hoeft te raken.”
Scouten en markeren
De andere plagen worden goed beheerst door de miljoenen natuurlijke vijanden die zijn ingebracht. Ook bladluis is er nauwelijks. De gedreven scout op het bedrijf loopt alles goed na en degenen die gewasonderhoud doen hebben markeringskaartjes bij zich waarna de verdachte locaties in een app worden ingevuld. “Met dit weer houden we de plagen scherp in de gaten. Zeker groene perzikluis kan heel snel gaan en zo uit de hand lopen.”
Auteur: Gerard Boonekamp