LTO onaangenaam verrast door waterzuiveringsbrief

LTO Glaskracht Nederland praat wel mee over een bestuurlijk akkoord rond de waterzuiveringsplicht, maar is het niet eens met de brief die staatssecretaris Mansveld van Milieu eergisteren naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

In de brief maakt het kabinet bekend dat de waterzuiveringsplicht voor glastuinders wordt uitgesteld van 2016 naar 2018, maar dat dan wel al voor 95 procent gezuiverd moet worden, terwijl in voorgaande plannen tussen 2016 en 2021 nog maar 75 procent gezuiverd hoefde te worden.

Die voorgestelde aanpak is volgens LTO Glaskracht niet het realistisch tijdspad, waartoe het kabinet is opgeroepen in de motie van kamer leden Bosman en Lodders. “De gesprekken over een mogelijk bestuurlijk akkoord lopen nog. De afstemming van het toelatingsbeleid met de milieuwetgeving is daarbij een cruciaal aspect waar nog geen overeenstemming over is”, aldus LTO Glaskracht Nederland.

De economische conclusies van het ministerie op basis van onderzoek door het LEI, zijn gebaseerd op 1% saldoverlies (= 12,5% inkomensverlies), terwijl de eigenlijke grenswaarde 5% inkomensverlies moet zijn (1% saldoverlies = 5% inkomensverlies bij alle agrarische sectoren met uitzondering van de glastuinbouw). In dat geval is de voor 95 procent waterzuivering benodigde voorziening in 2018 slechts voor 30 tot 35% van de bedrijven betaalbaar. Bij deze percentages is nog geen rekening gehouden met al het ondersteunende glas waarvoor de verplichting zeker niet haalbaar is, aldus LTO.

Behoud middelenpakket

De sector onderschrijft dat emissiereductie van groot belang is en werkt hard aan zuiveringstechnieken tegen lagere kosten. Met name voor een zuiveringsrendement van 75 procent dat later verhoogd kan worden naar 95 procent zijn goede mogelijkheden. Alleen als vast komt te staan dat 95 procent zuivering in 2018 noodzakelijk is voor behoud van het middelenpakket, kan deze stap overwogen worden.

Een positief aspect is volgens LTO wel dat het ministerie van Infrastructuur & Milieu in Brussel blijft pleiten voor aanpassing van de beoordelingssystematiek van de Kaderrichtlijn Water. Op dit moment is het nog zo dat oppervlaktewater niet voldoet als er één aspect onvoldoende is, bijvoorbeeld te weinig planten of te weinig verschillende diersoorten in het water.