De cao-lonen in de landbouw zijn in 2016 fors minder gestegen dan cao-lonen in andere sectoren.
Dat blijkt uit gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De cao-lonen in Nederland zijn vorig jaar gestegen in het hoogste tempo sinds 2009. Ze namen in 2016 gemiddeld met 1,9% toe. In de zes voorgaande jaren bleef de stijging beperkt tot 0,9 à 1,4%. In 2016 stegen de lonen in de landbouw gemiddeld met 1%. De landbouw is daarmee – op de financiële dienstverlening na – de sector met de laagste loonstijging.
In 2015 steeg het gemiddelde cao-loon in de agrarische sector met 0,9%, terwijl de totale cao-lonen 1,4% stegen. In de periode 2010-’14 stegen de cao-lonen in de landbouw juist sneller dan in andere sectoren.
Cao-lonen overheid meest gestegen
De sterkste gemiddelde loonstijging in 2016 was zichtbaar bij de overheid. Daar stegen de cao-lonen in doorsnee met 3,4%, vooral dankzij de ontwikkelingen in het onderwijs. Andere bedrijfstakken waarin de lonen flink zijn gestegen zijn de bouw en de verhuur en handel van onroerend goed.
Stijging koopkracht
De loonstijging was vorig jaar aanzienlijk sterker dan de inflatie. Die graadmeter voor de stijging van de consumentenprijzen bleef met 0,3% steken op het laagste niveau sinds 1987. Daardoor nam de koopkracht flink toe. Het verschil tussen de loon- en de prijsstijgingen liep in de tweede helft van het jaar wel terug, omdat de inflatie langzaam is begonnen aan een opmars.