De land- en tuinbouw was in 2015 opnieuw de sector met de meeste gevallen van uitbuiting van personeel buiten de seksindustrie.
In de groep sectoren ‘buiten de seksindustrie’ werden in de land- en tuinbouw in dat jaar 65 gevallen van uitbuiting geconstateerd. In heel Nederland waren in dat jaar 280 gevallen aangemeld (buiten de seksindustrie), blijkt uit het rapport Monitor Mensenhandel van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen. De rapporteur gebruikt daarvoor ook de omschrijving ‘moderne slavernij’.
Meer dan industrie
Dat aantal van 65 zaken uitbuiting in de land- en tuinbouw is twee keer zoveel als in de industrie. Het lijkt vooral te gaan om tuinbouw, maar de zaken worden weg geschreven onder de sectornaam ‘landbouw, bosbouw en visserij’. De rapporteur noemt de tuinbouw wel als risicosector en pleit voor blijvende aandacht in deze sector. Momenteel loopt ook een onderzoek naar de capaciteit van de Inspectie SZW die er in slaagt jaarlijks 3,5% van de bedrijven te controleren.
Seksindustrie
De afgelopen jaren was het aantal gevallen van uitbuitingen relatief vaak afkomstig uit de seksindustrie, in 2015 was dat aantal zaken van buiten de seksindustrie juist weer relatief groter. De rapporteur spreekt in beide gevallen van uitbuiting en moderne slavernij. In 2015 zijn in totaal 1.321 mogelijke slachtoffers aangemeld bij CoMensha (Coördinatiecentrum Mensenhandel). Een terugloop van 15%, maar niet genoeg, stelt de rapporteur. Zeker met de instroom van veel vluchtelingen en immigranten moet uitbuiting scherper bestreden worden, stelt de rapporteur.
Strenge straffen
Daarbij worden strenge straffen opgelegd. In het rapport staat het wonderlijke geval van een opa die in de AH zijn kleindochter aanzette tot winkeldiefstal. Die daad wordt gezien als mensenhandel en bestraft met acht maanden gevangenisstraf (waarvan vier maanden voorwaardelijk).