De Raad voor Plantenrassen zou in overleg met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat de financiële toekomst van haar diensten moeten veiligstellen. Die zijn nu niet genoeg geborgd.
Dat blijkt uit het onderzoek van de Rijksaccountantsdienst naar het functioneren van de Raad die veelal in samenwerking met Naktuinbouw optreedt.
De Raad voor Plantenrassen krijgt voor aanvullende taken minder financiering vanuit het ministerie. Bovendien zijn de vergoedingen voor bestuurders zo beperkt dat het in de toekomst lastig wordt om voldoende kennis in huis te halen voor het beoordelen van nieuwe rassen met nieuwe veredelingstechnieken.
Zelfstandig oordeel
Volgens de onderzoekers functioneert de Raad voor Plantenrassen onafhankelijk en zorgvuldig. Wel moet de Raad er voor zorg dragen dat ze ook voor de bedrijven in de sector als zelfstandige dienst wordt gezien en niet als onderdeel van Naktuinbouw. Taken als rassenonderzoek bij toekenning van kwekersrechten worden nu uitbesteed aan Naktuinbouw. Ook de secretaris van de Raad is werkzaam bij Naktuinbouw. De Raad is er zelf echter voldoende scherp op om de onafhankelijkheid te borgen, oordelen de onderzoekers.
Kwekersrecht en rassenverkeer
De Raad voor Plantenrassen heeft in de periode 2012-‘16 jaarlijks gemiddeld 735 aanvragen voor het kwekersrecht ontvangen, waarvan 206 voor siergewassen. Daarnaast ontving de Raad in deze periode jaarlijks gemiddeld 915 aanvragen voor toelating tot de rassenverkeerslijst van rassen van akkerbouw- en groentegewassen.