Je kunt naar schilderijen kijken om te genieten van de expressie van de kunstenaars. Daarnaast onthullen afgebeelde vruchten en groenten een lange geschiedenis in de ontwikkeling daarvan. Die kennis biedt niet alleen een interessante terugblik, maar is ook nu nog toepasbaar.
Jaren geleden brachten de Belgische vrienden Ive De Smet en David Vergauwen een bezoek aan de Hermitage in het Russische Sint-Peterburg. Kunsthistoricus Vergauwen van kunstorganisatie Amarant zag een schilderij met een voor hem onbekende groente, een witte watermeloen. Hij vroeg aan De Smet, plantenbioloog van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB), welke groente dat was. Die wilde zich er vanaf maken met de opmerking dat het waarschijnlijk slecht geschilderd was. Maar volgens zijn metgezel ging het om een schilder die juist bekendstond om zijn zeer natuurgetrouwe afbeeldingen.
Dat was het begin van een samenwerking in het project #ArtGenetics. Het project is een uit de hand gelopen hobby om op basis van oude schilderijen na te gaan hoe groente- en fruitsoorten zich in de loop der jaren hebben ontwikkeld. De Smet geeft als voorbeeld: “Soms lijken allerlei nieuwe gekleurde versies van groenten die je in de supermarkt ziet, zoals paarse en rode peen, onnatuurlijke producten van de moderne veredeling. Ons onderzoek van schilderijen heeft aangetoond dat die kleuren er in de 17e eeuw al waren. Ze vormden juist de oorsprong van onze oranje wortelen. Het zijn dus geen ‘freaks of nature’.”
Ontwikkeling oranje wortelen
Een Friese agronoom die ooit naar musea trok voor onderzoek naar in de 17e eeuw afgebeelde wortelen, koppelde de Nederlandse bekendheid met veredelingsactiviteiten aan de liefde voor de koninklijke Oranje-familie. Hij wilde verklaren waarom toen de huidige oranje peenkleur is ontwikkeld.
De beide Belgische kunstonderzoekers vrezen op grond van hun ervaringen dat die nationalistische gevoelens en conclusies geen stand kunnen houden. Vergauwen: “Oranje wortelen zijn al prominent aanwezig op oudere Belgische schilderijen uit de 16e eeuw. Toen waren ze al op Antwerpse markten verkrijgbaar, uit teelten in de streek rond Zandvliet. Mogelijk zijn ze daarvandaan richting Noord-Holland gegaan.”
Er lijkt eerder een culinair verhaal aan de kleurkeuze van peen ten grondslag te liggen. “Wij waren in die tijd in onze regio’s vooral stoofpotjes gewend. De dominant aanwezige paarse wortelkleur lekte dan uit de peen, wat resulteerde in een bruinachtige smurrie. Het versnijden van oranje wortelen oogde veel appetijtelijker.”
Voorouderlijke koolsoort
Bij de brassica’s lijken de huidige brede variaties terug te herleiden tot één koolsoort. Vergauwen: “In het oude Rome of Egypte waren geen of weinig koolsoorten. Ook op oude schilderijen waren broccoli en spruitjes nog niet zo in beeld, of sterk ondervertegenwoordigd. Uit afbeeldingen blijkt dat broccoli-achtige groenten tot de 18e eeuw vooral in Italië geteeld en gegeten werden. Ons woord broccoli heeft dan ook een Latijns-Romeinse achtergrond, die ‘longen’ betekent. De vorm van broccoli lijkt ook op het binnenste van longen.”
Britten vonden het product, dat tussen 1870 en 1880 tot de klassieke Italiaanse keuken was gaan behoren, te bitter. Pas bij de Italiaanse migratie naar de Verenigde Staten rond de Tweede Wereldoorlog verspreidde de broccoli-consumptie zich over de wereld.
Beluister podcasts over historie van tomaten en aardbeien
Oorspronkelijke genetica
Maar de zoektocht in de kunstgeschiedenis is niet alleen een interessante historische inventarisatie van allerlei groente- en fruitsoorten. Op basis van de huidige diepgaande kennis van erfelijke eigenschappen en de daaraan gekoppelde uiterlijke kenmerken, is te herleiden welke oorspronkelijke genetica aan de basis heeft gestaan van afgebeelde groente- en fruitsoorten uit het verleden. Dat geldt ook voor genetische eigenschappen die nu aanwezig zijn, of juist ontbreken, waardoor teruggevonden geschilderde uitingsvormen er nu niet meer zijn.
Als er ergens een onderzoekspotje met geld beschikbaar zou zijn, willen De Smet en Vergauwen hun kennis van oude schilderijen koppelen aan archeologische vondsten van genetisch materiaal. Watermeloenen waren in de geschiedenis witter of roziger. Echter, op grond van een blad dat in de oudheid met een mummie in Egypte was begraven en waarvan erfelijk materiaal bewaard is gebleven, blijkt dat er destijds ook al donkerrode varianten geweest moeten zijn.
Aanpassen van soorten langzaam proces
Het aanpassen van soorten is een langdurig traject. Dat wordt bevestigd door de langzaam veranderende verschijningsvormen van groenten en fruit op schilderijen door de tijd heen. Vrij plotselinge veranderingen in de historie konden die willekeurig aangepakte ontwikkelingen verstoren.
Zo is aan de hand van afbeeldingen vast te stellen dat wijnbouw in de 12e eeuw frequent plaatsvond in België en Nederland, tot zelfs in Scandinavië. Een kouder tijdperk vanaf de 13e eeuw maakte echter dat wijn te zuur werd bevonden, waardoor de druiventeelt in de noordelijker streken weer verdween. Een dramatischer voorbeeld van een verstoring was de phytophthora-uitbraak bij aardappelen in Ierland midden 19e eeuw. Dit zorgde voor hongersnood.
Lering voor de toekomst
Die lessen uit de (kunst)geschiedenis, over veranderende omgevingsfactoren en de lange tijd die adaptatie kan vergen, zijn door te vertalen naar de toekomst. De Smet: “Want er komt weer zo’n verandering aan. Men denkt dat het in 2050 door de klimaatverandering anderhalve graad warmer zal worden dan nu. Dat vraagt om een bewuste en gerichte aanpassing van soorten en rassen, om de voedselgarantie voor de toekomst veilig te stellen. We hebben nog 20 tot 30 jaar om daar wat aan te doen, maar moeten nu wel ingrijpen. De geschiedenis leert dat soms hele kolonies van mensen verdwenen als zij hun bron van voedselvoorziening niet op tijd hadden aangepast.” Vergauwen vult aan: “Ook in het verleden traden langzame klimaatveranderingen op. Zo ging men tussen het jaar 1782 en 1786 jaar op jaar minder oogsten. Uit dergelijke situaties ontstonden sociale spanningen en zelfs oorlogen.”
Tekst gaat verder onder de foto
Beter bestendige rassen
De Smet: “De bestudering van kunstwerken kan een stukje bijdragen aan het verzamelen van veel genetische informatie over voorouderlijke groente- en fruitsoorten.” Zeker als die te koppelen is aan de omstandigheden waaronder ze toentertijd groeiden, zou met moderne veredeling en biotechnologie op een vrij snelle manier bij te sturen zijn richting soorten en rassen die beter bestand zijn tegen extremere klimaatomstandigheden. De meesters uit de schilderkunst kunnen dus meehelpen om een toekomstige rampspoed te voorkomen. Althans, als ze groenten en fruit niet in een Karel Appel-stijl op het doek hebben gezet.
Help mee met het onderzoek
Ive De Smet en David Vergauwen beseffen hun beperktheid om zelf breed onderzoek te doen naar oude afbeeldingen uit de schilderkunst. Toch willen ze graag zo veel mogelijk informatie verzamelen om hun project inhoud te geven om op die manier een bijdrage te kunnen leveren aan de toekomstige land- en tuinbouw. Vandaar een oproep aan iedereen om mee te werken.
De Smet en Vergauwen zoeken fervente museumbezoekers die een foto willen maken van oude schilderijen waarop groenten of fruit staan. Graag met een detailfoto van het fruit of de groente op het schilderij erbij, informatie over de schilder en wanneer het werk gemaakt is. Mail deze informatie naar Artgeneticsdavidive@gmail.com.