Koning geeft tuinbouwdeal een duwtje

In het bijzijn van koning Willem-Alexander en koningin Maxima tekenden Agro Advies Bureau (AAB) en het Canadese bedrijf Serres Toundra een miljoenencontract voor de bouw van een 40 hectare metend komkommerbedrijf.

Het ziet er bijna onecht uit. Maar het zijn toch géén bordkartonnen modellen van ons koningspaar. Willem en Maxima bevinden zich immers écht aan de overkant van de oceaan, vorige week naar Canada en deze week op officieel bezoek in de VS. De deal tussen het Naaldwijkse AAB en het glastuinbouwconglomeraat uit het Franstalig deel van Canada – in totaal zo’n 75 miljoen euro groot – was mooi genoeg om aan het fotomoment een koninklijk tintje te mogen geven.

Willem Alexander wordt wel de koopman-koning genoemd, naar zijn voorvader koning Willem I. Die eerste oranje op de troon van het koninkrijk der Nederlanden maakte tweehonderd jaar geleden van de staatsfinanciën nogal een rommeltje. De staatsschuld liep op tot voorbij de huidige Griekse proporties. Maar uiteindelijk liep het goed af, niet in de laatste plaats overigens met zijn eigen koninklijke financiën.

Onze vorsten konden in de negentiende eeuw nog tamelijk eigenmachtig optreden en Willem I deed dat ook. Nu fungeren Willem en Maxima als vorstelijke omlijsting bij tal van Nederlandse handelsmissies. Missies met vrijwel altijd ook een stevige tuinbouwvertegenwoordiging. Dat levert het Nederlands tuinbouwbedrijfsleven nu dus weer eens een injectie van miljoenen euro’s, of eigenlijk Canadese dollars. De investering wordt daar overigens niet gedaan door een komkommertuinder. Het geld voor de komkommerkas komt van een pensioensfonds en een papierfabriek die restwarmte levert. Internationalisering van de tuinbouw is kennelijk aan beide zijden van de oceaan niet automatisch goed voor de portemonnee van de tuinder. Maar uiteraard is ook daar in Quebec toch een tuinder nodig om die teelt voor elkaar te krijgen. Ik neem aan dat die dat niet voor niets zal doen.

Of de koning ook die kleine lettertjes in de contracten te lezen krijgt, ongetwijfeld níét. Desalniettemin mocht hij verleden week rustig van een welbestede werkdag spreken. Het échte werk moet in 2019 gereed zijn.