‘Zonder bestrijding meeldauw hogere Mycos-druk’
De teelt van de Proloog bij Tjipke Hibma in Sexbierum loopt begin week 20 ten einde. Eind van die week wordt opnieuw geplant met Cratos.
De planten hebben goed geproduceerd, met een goede kwaliteit. “Maar je bent altijd blij als dat laatste stukje voorbij is. De vorm wordt dan toch wat minder.”
Onder de zomerse omstandigheden bleef het gewas zich heel goed houden. “Het vocht zakte best wel eens naar de 65 procent, maar ’s avonds – met iets minder lucht er in – liep de luchtvochtigheid dan best snel weer op, en kwamen de planten wel weer op spanning. Ik heb ook best veel water gegeven. Dan zie je niets aan het gewas, ondanks dat het vocht wel eens laag was.”
Luchtig starten
’s Morgens teelt hij vrij luchtig, aan het eind van de dag mag de temperatuur oplopen tot 25 of 25,5 graden Celsius. “Niet al te warm, en te veel poffen op het eind van de dag, anders gaat dat ten koste van de kwaliteit.”
De laatste weken hanteert hij een hogere nachttemperatuur van 19,5 tot 20 graden Celsius, om de laatste vruchten er op tijd af te kunnen stoken. “Het gewas hoeft nu toch geen nieuwe aanleg meer te maken.”
Mycosphaerella
Hibma heeft nooit last van Mycosphaerella. “Ik heb dat in 20 jaar nog niet gehad, maar kreeg dit seizoen toch wel hier en daar wat Mycosphaerella-punten. Proloog is een meeldauwresistent ras. Zonder meeldauw hoefde ik geen meeldauwbestrijding toe te passen, waardoor je ook niets tegen Mycosphaerella deed, terwijl de druk wel hoog was met veel sporen en vochtige omstandigheden ’s avonds.”
Virusplanten
Verder heeft hij in een kap een paar virusplanten aangetroffen. Voorafgaande aan de teeltwisseling haalt hij daar de matten weg, vervangt er de druppelaars, brandt de gewasdraden af, en legt er een nieuwe strook folie over de teeltgoten.
Voor plagen heeft hij geen bestrijding hoeven uitvoeren. “Spint kwam wel een beetje opzetten, maar we hebben alles goed biologisch onder controle kunnen houden.” Tegen Pythium in de nieuwe teelt gaat hij in het oude gewas alvast een keer AATerra toepassen, om dat bij het jonge gewas te herhalen.
Koeler water
Daarnaast probeert hij tegen Pythium om de temperatuur in het wortelmilieu straks niet te hoog op te laten lopen. “Daarom gebruiken we in de nieuwe teelt eerst even 100 procent leidingwater. Dat is kouder. We proberen het druppelwater niet boven de 30 graden te laten komen.”
Omdat problemen meestal bij planten aan het eind van de leiding optreden, na opwarming van het water, zet hij soms ook de afspuikraan even open. “Dan is het koude water eerder aan het eind.”
Dat de druppelslangen wit zijn, helpt ook al een beetje. “Ze hangen ook Zuid-Noord. Dan valt het ’s middags iets meer mee met de temperatuur. En we telen op perliet. Dan kun je wat makkelijk gieten: je geeft daar niet snel te veel water.”
Schermen
De eerste dagen na planten schermt hij overmatige zon weg boven de 550 Watt instraling. Als temperaturen houdt hij 20/21 graden Celsius aan, waar kort boven wordt gelucht. De groeibuis gaat er uit in de regeling, en komt er pas weer in wanneer de bloei begint.
Bron: Groenten & Fruit actueel – Auteur: Peter Visser