‘Kleuren van paprika’s ging steeds trager’

Het gewas van de Maduro bij Wim Verberne in Asten heeft de dagen met zomerse hitte goed doorstaan. “Het is opmerkelijk hoe goed het gewas door de warmteperiode is gekomen. We hebben toch wel etmalen van 27 tot 28 graden gehad, maar de planten zijn goed door blijven groeien.”

Tijdens de hete periode heeft hij wel elke dag geschermd met een kier van 15 procent, om zo min mogelijk verbrande vruchten te krijgen. Achteraf had krijten niet verkeerd geweest, gezien de extreem zonnige en warme weersomstandigheden, maar met alleen het enkele scherm bleek het gewas ook al voldoende beschermd. “We hebben bijna geen verbrande vruchten of neusjes opgelopen. Bijna geen neusrot: dat is toch wel een pluspunt van de huidige rassen. In het verleden was dat al snel een probleem bij hete en zonnige dagen. De kwaliteit is nu super gebleven tijdens de warme omstandigheden. Slechts een paar procent klasse 2. Maduro is vrij dikwandig, dus dan wordt de vrucht niet zo warm. En het groeizame gewas geeft toch wel wat bedekking.”

Tragere kleuring

De logische gedachte is dat met zonnig weer de afrijping veel sneller gaat. “Maar eind week 27, met dat hele hete weer, kleurden de paprika’s juist bijna niet meer door. Het ging steeds trager. Ze werden alleen bruin, en niet rood. Een verklaring heb ik daar niet voor. Ook het zaadbedrijf waar ik het al eens nagevraagd heb, kon daar geen uitsluitsel over geven. Het lijkt er op dat de plant zichzelf gaat beschermen met die hitte.”

Goede zetting

De verwachting was verder dat zetting moeilijk zou kunnen gaan worden. “Maar ook die is goed door gegaan.” In week 27 was de zetting 4,5 vrucht per vierkante meter en in week 28 konden zelfs 7 vruchten gerealiseerd worden. Er is in die weken meer dan 1,5 kilo gesneden, dus dat heeft het gewas ook weer ontlast. De vruchtbelasting is begin week 29 uitgekomen op 33 vruchten per vierkante meter.

Inlopen op topwerk

Het gewas groeit vlot door, met elke week 9 centimeter groei. De scheuten komen goed door, zonder dat het gewas bossig wordt. “Hij vergeet niet zijn vruchten mee te nemen, zodat de plant bovenin een generatieve inslag blijft houden.” In de warme periode werd rustig aan gedaan met gewaswerk, om de vruchten wat extra beschutting te geven. Daarom wordt nu wat extra aandacht gegeven aan het topwerk, om weer wat in te lopen.

Vrij schraal weer

In de periode met heel veel instraling moest ook behoorlijk water gegeven worden. Er is 7 tot 7,5 liter per vierkante meter per dag gegeven. “Soms meer dan drie keer de instraling. Terwijl het anders heel benauwd kon zijn, hadden we nu vrij schraal weer.”

Inmiddels is de watergift weer terug gebracht naar normale hoeveelheden van 2 tot 3 keer de instraling, met een druppel-EC van 2,2. “En we telen daarbij nu (week 29) heel luchtig. We luchten iets behoudender dan tijdens de hitteperiode, maar zitten er nog steeds kort op met de luchtlijn. Het is nog steeds warm, maar wel vochtig. Dat is niet fijn. Met bewolkter regenachtig weer gaat de windzijde mee open.”