Het Popeye-effect bestaat. Kinderen kunnen met simpele stripfiguurtjes daadwerkelijk meer zin krijgen in groente.
Het effect is aangetoond in een promotie-onderzoek aan de Universiteit van Amsterdam. Onderzoeker Simone De Droog promoveert donderdag op dit onderwerp. Kinderen die een verhaaltje hoorden over het groentekonijn en vragen over het konijn beantwoordden, grepen nadien opvallend vaak naar de wortels en lieten kaasblokjes daarvoor liggen. Het snels valt succes te halen met poppetjes die kinderen al langer associëren met bepaalde producten, ontdekte De Droog bij haar experimenten.
Volgens De Droog zijn stripfiguurtjes met groente al tientallen jaren oud. De bugs bunny-figuur eet wortels. Popeye eet spinazie. Ze kon voor haar literatuuronderzoek echter geen onderzoek vinden dat het consumptie-effect van deze klassiekers vaststelde.
Ingrid Steenhuis, universitair hoofddocent gezondheidsbevordering bij de Vrije Universiteit, wijst in de Volkskrant op het gevaar van overschatting van de stimulans. Het aanbod groente en fruit thuis is waarschijnlijk belangrijker; fruit en groente voor het grijpen en zo min mogelijk koekjes en suikerhoudende frisdrankjes in huis. De kinderen bleken overigens minder goed te scoren als ze konden kiezen tussen chips en groente. Daar was stimulans om groente te eten kleiner.