Zo begint de eerste zin wanneer ik een collega-tuinders aan de telefoon krijg.
Ik zat rustig mijn boterham die middag op te eten en dan word je met deze vraag gebeld. Ik antwoordde: “Natuurlijk mag je langs komen, als je zin hebt vanmiddag bij mij thuis?”
“Ja”, zei m’n collega, “ik heb gehoord dat je van goeie huize ben, dus ik dacht, ik bel maar ‘s, ik heb je artikel in de krant gelezen en ja, bij mij loopt het ook niet zo goed dus zodoende.”
Daar zitten we dan aan een kop koffie. Hij vertelt rustig en soms aarzelend zijn verhaal. Ze hebben een mooi bedrijf met alles erop en eraan. De productie en kwaliteit is prima, maar ja die prijs waar je op hoopt blijft uit. En nu? Na al die jaren zit je bij de afdeling Bijzonder Beheer van de bank, en zij voeren de druk steeds verder op.
“Er moet wat gebeuren”, zegt hij, “want zo gaat het niet goed. Hoe ging dat bij jou?”
Ik vertel hem mijn ervaringen , hoe ik en mijn vrouw hiermee omgingen en wat we tegen kwamen op ons pad. Ik geef hem tips waar hij eventueel op kan letten. Dan komt de vraag: “Joh wat mot ik nou doen?” Ik zeg hem dat hijzelf de beslissing moet nemen, dat ga ik niet doen. Als hijzelf nog een lichtpuntje ziet, zou ik doorzetten en is dat er niet dan moet je stoppen met je bedrijf. Ik zeg ook : “Bepreek dit ook met je vrouw en kinderen”, en ondertussen zie ik dat hij het er moeilijk mee heeft.
Het gesprek loopt ten einde en we nemen afscheid. We geven elkaar een stevige hand. Ik zie hem op de fiets weggaan en denk: wat zonde van zo’n goeie ondernemer, jonge gast, een gezin met jonge kinderen. Maar de algehele malaise in de glastuinbouw maakt slachtoffers.
Peter Luijendijk is oud-paprikateler en begeleidt telers die worstelen met bedrijfsbeëindiging via Stichting Zorg om Boer en Tuinder.
Herkent u zichzelf in dit verhaal, en wilt u met iemand praten die weet wat u doormaakt? Kijk dan op www.zorgomboerentuinder.nl. U vindt dan iemand bij u in de buurt die een luisterend oor heeft.