Dijksma’s initiatief over een ‘tuinbouwtafel’ die de herstructurering in de glastuinbouw moet vlot trekken, klonk in april nog veelbelovend.
Het nieuwe overlegorgaan zou met de ‘gereedschapskist’ vol instrumenten voor modernisering van het glasareaal aan de slag gaan. Die ‘kist’ stamt uit 2013. De staatssecretaris zelf zou de ‘tafel’ leiden. Zwaargewichten als Loek Hermans (Greenport) en Sjaak van der Tak (burgemeester Westland) zouden aanschuiven.
Ik weet niet of het gezelschap al een keer heeft ‘getafeld’, maar de boodschap van staatssecretaris Sharon Dijksma afgelopen week in een brief aan de Tweede Kamer zal aan de sfeer niet echt bijdragen. Het rijk kan geen rol spelen in de herstructurering van glas, ook niet via garanties, schrijft zij. Of anders gezegd: reken niet op geld. De sector moet de sanering zelf maar regelen.
Je weet dan al dat het op een keiharde koude sanering uitdraait; de realiteit van vandaag. Voor een warme(re) sanering is saamhorigheid in de sector nodig. Die saamhorigheid is er niet. De vraag is ook of het beetje geld dat beschikbaar is, moet worden aangewend voor sanering. Of dat dit niet beter kan worden aangewend om de blijvers te ondersteunen. Geld dat naar wijkers gaat, vloeit weg uit de sector.
In de veehouderij hebben quotastelsels onbedoeld voor een warmere sanering gezorgd. De handel in melk- en dierrechten leverden voor de stoppers een aardige cent op. Voor de blijvers betekenden de aanschaf van die rechten een flinke stijging van de kostprijs, en daarmee aantasting van de concurrentiepositie ten opzichte van het buitenland. De tuinbouw moet niet in diezelfde fuik willen zwemmen.
De banken willen geen structuurbeleid voeren, melden zij bij herhaling. Ja, voor perspectiefvolle bedrijven met een goed plan maken zij extra ruimte. Voor de ondernemer die over langere tijd zelfs de rente niet kan betalen, is de boodschap hard. Eigenlijk zou er een mogelijkheid moeten zijn om kassen tijdelijk in de mottenballen te leggen, en deze er in economisch betere tijden eruit kunnen halen. Zo zijn in het verleden weleens olietankers geparkeerd in Noorse fjorden, en vliegtuigen in Oregon in plastic verpakt. De economische realiteit biedt hiervoor helaas geen ruimte.