Doorgaan naar artikel

Kapoentjes en gaasvliegjes als staand leger tegen luis

Bladluizen kunnen zich explosief over een gewas verspreiden. Twee nieuwe bestrijders, die preventief inzetbaar zijn en zich goed kunnen vestigen in het gewas, blijken kansrijk. WUR-onderzoekers kijken in een vierjarig project naar hoe telers dit staande anti-luizenleger altijd paraat kunnen houden.

Met het project Stabiele ecosystemen voor beheersing van opkomende plagen in kassen is gekeken of de huidige strategieën voor biologische bestrijding van bladluis versterkt kunnen worden met preventieve inzet van aanvullende natuurlijke vijanden.

Bladluisbestrijding blijft toch lastig

“Het idee daarbij is dat biologische bestrijding niet het reageren met natuurlijke vijanden is, maar een ecosysteem bouwen”, zegt Gerben Messelink, buitengewoon hoogleraar Biologische Bestrijding in de Glastuinbouw en senior wetenschappelijk onderzoeker entomologie bij de WUR. “Het interessante van bladluis is, als je kijkt naar alle natuurlijke vijanden die erop de markt zijn, dat de meeste van deze bestrijders, zoals sluipwespen, galmuggen, gaasvliegen en lieveheersbeestjes, geschikt zijn om in te zetten tegen bladluis. Maar een goede bestrijding van dit insect is een van de grootste problemen in de glastuinbouw. Bladluisbestrijding blijft toch lastig.”

Hozen met bestrijders

Afbeelding
Genoeg te eten voor vijanden van de luis. Maar wat als de luizen op zijn? Foto: Ton van der Scheer

Het idee van biologische bestrijding is dat door de inzet van natuurlijke vijanden de groei van de luis afremt en een kantelpunt krijgt, waardoor het aantal weer terugzakt naar een laag niveau. Het gaat dan de goede kant op. Het grootste probleem met bladluizen is dat ze zich razendsnel ontwikkelen.

“Als je niets doet aan bestrijding, krijg je een exponentiële groei van luis op de planten. Dat gaat echt heel hard, omdat luizen levendbarend zijn. De bladluizen zijn alleen maar vrouwtjes, die enkel klonen van vrouwtjes voortbrengen. Er is geen vertraging door een eistadium, waardoor de vermeerdering supersnel gaat. Hierdoor is er een gigantisch snelle populatieontwikkeling. Vaak is de luizenplaag al zo ver dat ze bijna niet meer te stuiten is. Een teler moet dan ‘hozen’ met bestrijders, wat al een kostbare zaak is, om op een gegeven moment een kantelpunt te bereiken. Uiteindelijk komt het wel goed, maar doordat de luisontwikkeling zo hard gaat, is de schade ook groot. Door vette planten kunnen zich ook nog andere problemen voordoen.”

Preventief bestrijders inzetten

Om zoveel mogelijk schade te voorkomen, moet een goede bestrijding worden bereikt. Het is dan zaak om zo snel mogelijk in de beginfase, als de bladluis net in het gewas is gevestigd en zich gaat ontwikkelen, dan al die explosieve groei te onderdrukken en een uitbraak voor te zijn.

De onderzoeker: “Als bij scouten en monitoren van het gewas een haard van bladluizen wordt gesignaleerd, reageert een teler door bestrijders in te zetten om de plaag onder controle te krijgen. Het risico bij deze aanpak is dat je veelal te laat bent. Het mooiste is als de bladluisbestrijders preventief worden ingezet in het gewas en daar kunnen overleven voordat de bladluis komt. Als de natuurlijke vijanden in het gewas aanwezig zijn, dan ben je er natuurlijk heel snel bij op het moment dat een bladluis in een kas belandt.”

Explosie aan bladluizen

In het voorjaar is er vaak een explosie aan bladluizen. Door de wind worden ze passief meegevoerd en komen met de lucht de kas in. Ook kan het via kleding of bladmateriaal meekomen. “Op het moment dat dat gebeurt, is het fijn als je teeltsysteem daarop voorbereid is en de natuurlijke vijanden al in de kas aanwezig zijn om hun werk te doen. Als je dan kijkt naar al die bladluisbestrijders die daar geschikt voor zijn, wordt het juist heel erg lastig. Bijvoorbeeld de sluipwespen overleven nog maar een paar dagen, als er eenmaal geen bladluizen meer aanwezig zijn. Ook de volwassen galmuggen gaan dan snel dood. Zweefvliegen vliegen zonder voedsel snel de kas uit. Veel natuurlijke vijanden hebben de bladluis nodig om zich te vestigen op de plant en te overleven.”

Natuurlijke vijanden met potentie

Afbeelding
Volwassen gaasvlieg Micromus variegatus in actie. Foto: Angelos Mouratidis

In het onderzoeksproject is gekeken naar nieuwe bestrijders die preventief inzetbaar zijn als ‘standing army’. Daarvoor zijn twee kandidaten met veel potentie onderzocht: het driehoekkapoentje (Scymus interruptus) en het bont gaasvliegje (Micromus variegatus). ”Om ze preventief uit te zetten, wil je weten hoe lang en op welke alternatieve voedselbronnen ze kunnen overleven. Op stuifmeel en nectar van paprikabloemen blijft 90% van het driehoekkapoentje 100 dagen overleven. Dat is een behoorlijke periode van ruim drie maanden. In andere groentegewassen, zoals komkommer, moet dat voedsel dan worden aangeboden. Of moet er met een bankerplantsysteem worden gewerkt. Ten opzichte van sluipwespen, die maar kort kunnen overleven, is dit een enorme winst. Dus als er driehoekkapoentjes aanwezig zijn en er komt bladluis binnen, dan is een goede bestrijding haalbaar”, weet Messelink.

Het bont gaasvliegje leeft wat minder lang als adult, maar leeft met bladluis 40 dagen. De helft gaat na 30 dagen dood. Als de bont gaasvliegjes met meelmoteieren worden gevoerd, gaat de helft na 45 dagen dood en de andere helft blijft 50 tot 80 dagen in leven. Zonder bladluis kunnen ze dus een aantal weken in leven blijven.

In een kasproef met paprika in kooien zijn de beide soorten preventief ingezet om het effect op bladluis te zien. Beide soorten laten een goede bestrijding van bladluis zien.

Overleven op voedselbronnen

“In proeven waar je bladluizen en bestrijders uitzet, kom je uit op natuurlijke vijanden die het meest agressief zijn en het meeste vreten. Maar wil je preventieve vestiging van bestrijders, dan moet je vooral kijken naar hoe ze overleven op voedselbronnen voordat je luis hebt. Je kijkt dus naar andere eigenschappen van natuurlijke vijanden dan tot nu toe is gedaan. Dat is de nieuwe aanpak.”

Met deze aanpak is het ook van belang hoe goed ze samengaan met andere natuurlijke vijanden. In het onderzoek is gekeken naar orius, die tegen trips wordt ingezet. Messelink: “Orius is een generalist en we hebben gezien dat deze de eieren van het bont gaasvliegje en driehoekkapoentje opeet als dat de enige voedselbron is. Maar als er ook tripslarven aanwezig zijn, heeft orius daar een voorkeur voor en eet dan nauwelijks eieren. In de kasproeven hebben we ook gezien dat ze elkaar niet in de weg zitten. Dat is gunstig, want als je iets toevoegt, moet het goed in het totale systeem passen.”

Ecosysteem opbouwen

Bij komkommer is de situatie anders dan bij paprika, waar een mooi ecosysteem kan worden opgebouwd. Dat kan door in het begin van de teelt allerlei populaties van bestrijders proberen op te bouwen. Bij komkommer is dat lastiger, want daar is geen stuifmeel en alleen wat nectar. Op tomaat lopen de natuurlijke vijanden vast door de klierharen. Aubergine heeft ook haren, maar geen klierharen, waardoor de bestrijders zich er wel op kunnen vestigen.

Het probleem bij komkommer is ook het CABY-virus, dat door bladluis wordt overgedragen. Bedrijven die daar last van hebben (gehad), willen bladluizen die mogelijk het virus dragen, dan ook snel uitschakelen. In het onderzoek is daarom gekeken naar welke natuurlijke vijanden de bladluishaarden het beste snel kunnen opsporen. Een sluipwesp parasiteert de bladluis en legt er een eitje in. Een galmug legt een eitje bij de bladluis en de larve die eruit kruipt, eet de luis op. Dat duurt een paar dagen en geeft dus vertraging in de bestrijding. Een bont gaasvliegje en lieveheersbeestje eten als volwassenen bladluizen. Dat is een voordeel voor de bestrijding. Een volwassen zweefvlieg is geen bladluiseter, de larve is wel een predator. De volwassen groene gaasvlieg is vegetarisch en eet alleen nectar en stuifmeel; de larve eet wel luizen.

“Het punt met de zweefvliegen en groene gaasvliegen is dat als je deze loslaat in de kas en laat zoeken naar bladluizen, dan hoop je dat ze hun eieren afzetten bij bladluiskolonies. Als daar dan uit die eieren larven kruipen, gaan ze de luizen opeten. Omdat het eistadium een paar dagen duurt, zit daar vertraging in. Ondertussen kunnen die bladluizen lekker doorgaan met vermenigvuldigen. Dus het inzetten van bestrijders die direct effect hebben, zoals sluipwespen, lieveheersbeestjes en bruine gaasvliegen, is in het voordeel.”

Praktijktest met katoenluishaarden

Om dit in de praktijk te testen, zijn er in een kas met een komkommergewas op verschillende hoogtes zowel grote als kleine haarden van katoenluis aangebracht. In het midden van de kas zijn bestrijders uitgezet om te kijken welke soorten het snelst en vaakst die bladluishaarden vinden. “Over het algemeen doen sluipwespen, zoals Aphidius colemani en Aphidius matricariae, het goed. A. matricariae was een verrassing, omdat katoenluis eigenlijk geen goede gastheer is voor deze sluipwesp. Toch vonden we een goede parasitering. Ook de galmuglarve Aphidoletes aphidimyza vindt de haarden goed. Maar daar zit wel een vertraging bij, omdat de galmug eerst eieren moet afzetten. De eieren vonden we al vrij snel. Het bont gaasvliegje deed het als derde ook goed”, aldus de onderzoeker.

Tevens zijn er lieveheersbeestjes (schaakbordlieveheersbeestje (P14) en driehoekkapoentje) uitgezet. Voor de onderzoekers was het teleurstellend dat deze nauwelijks in het komkommergewas zijn teruggevonden. “Maar positief is dat we wel het bont gaasvliegje terugvonden in de haarden. Als je dat beestje op de een of andere manier in de kas en de populatie in stand weet te houden met voedselbronnen of iets dergelijks, dan heeft dit onderzoek wel laten zien dat ze nieuwe haarden weten op te sporen. Ze zetten daar eieren af en kunnen direct luizen opeten. Ze kunnen dus reageren om die haarden te vinden.”

Aanmaak geurstoffen door aanval bladluis

Afbeelding
Uitzet van de gaasvliegen bij een biologische paprikateler. Foto: WUR

Om de haarden te vinden, reageren volgens de onderzoeker alle natuurlijke vijanden op de geuren die de planten aanmaken als ze worden aangevallen door bladluizen. Planten schakelen dan hun verdedigingsroute aan en gaan geurstoffen aanmaken. “De geurstoffen die door plagen worden geïnduceerd zijn ‘herbivore induced plant volatiles’ (HIPV’s). Dat kan dus verklaren waarom ze al die haarden vinden en niet alleen maar op zicht met de ogen.”

Messelink ziet verschillende rollen en functies van de natuurlijke vijanden. Hij is er nog steeds van overtuigd dat voor bladluisbestrijding diversiteit van bestrijders nodig is. “Niet alles inzetten op één superbeest, maar liefst preventief soorten inzetten die elkaar aanvullen. De een is een betere zoeker dan de ander. Een ander soort kan langer overleven of beter bij hogere temperaturen functioneren. Gaasvliegen zijn bijvoorbeeld meer nachtactief. Andere soorten zijn op een ander moment van de dag actief en leveren dan een bijdrage aan de bestrijding. Sowieso is luisbestrijding kwetsbaarder als alles op maar een of twee bestrijders leunt en deze toevallig net niet werken. Dus overweeg als teler een meer stabiel ecosysteem met meerdere soorten natuurlijke vijanden.”

Stapje voor stapje verder bouwen

De onderzoeker geeft aan dat het ecosysteem nog niet af is en het kan nog beter. Er is nog veel te winnen. “Teeltsystemen moeten meer biologisch zijn, meer interactie met de omgeving hebben en de kasomgeving aantrekkelijker maken voor dit soort vormen door bankerplanten of alternatieve voedselbronnen. Dan zul je vaker een spontane vestiging van natuurlijke vijanden gaan zien. Ook is het belangrijk meer naar de behoefte van de natuurlijke vijanden te kijken om ze goed te kunnen laten vestigen. Naast alternatieve voedselbronnen zijn dat ook beschermplekken om te schuilen of voor eileg.

Sommige gaasvliegen hebben behoefte aan een schuilplek dicht bij de grond, zodat ze daar op warme dagen kunnen wegschuilen. Als die er niet is en het is een kale vloer, dan is het niet zo’n aantrekkelijke omgeving. Stapje voor stapje weten we meer en kunnen we dat ecosysteem beter bouwen.”

Share this

Afbeelding
Harry Stijger

freelance redacteur

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin