De Tweede Kamer heeft deze week een poging van het kabinet verijdeld om tussentijds, nog tijdens de stemmingen, door de Kamer gewenste wijzigingen in de gewasbeschermingsmiddelenwet terug te draaien.
Een grote meerderheid van het parlement (uitgezonderd SGP) stemde tegen een voorstel van de regering om een aangenomen amendement alsnog uit de definitieve wet te halen voordat daarover zou worden gestemd.
De Partij voor de Dieren slaagde er in juli 2022 in om in een wetsvoorstel voor een verbod op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen buiten de landbouw een element in te voegen om ook het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen binnen de landbouw fors aan banden te leggen. Toen dat amendement was aangenomen, maar voordat er over de gehele wet was gestemd, werd een pauze ingelast om na te gaan wat de consequenties van het aangenomen amendement van de PvdD zouden zijn.
Landsadvocaat en deskundigen adviseren
Zowel de landsadvocaat als deskundigen van Wageningen UR bogen zich over de situatie. Toenmalig staatssecretaris Vivianne Heijnen (CDA) diende bij de Tweede Kamer een zogenoemde nota van wijziging in, om de werking van het aangenomen PvdD-amendement ongedaan te maken, voordat de eindstemming over de wet zou plaatshebben.
De Kamer stak daar deze week een stokje voor. Het parlement wil niet dat de regering de vrijheid krijgt en neemt om tijdens de stemmingen de wetten inhoudelijk te veranderen.
Inhoudelijke wijzigingen niet toegestaan
Uit interne stukken van het parlement blijkt dat de Kamer erg met de handelwijze van het kabinet in de maag zat. De regering kan tijdens de stemmingen desnoods wel technische wijzigingen aanbrengen. Maar het is niet de bedoeling dat met die technische wijzigingen ook inhoudelijke veranderingen worden aangebracht, die feitelijk betekenen dat het oordeel van een meerderheid van de Kamer wordt teruggedraaid.
Als de Kamer dat had toegestaan, was daarmee – volgens een intern parlementair stuk – de deur opengezet “naar het terugdraaien of naar het mitigeren van de gevolgen van politiek onwelgevallige, aangenomen amendementen.” Als de Kamer daarmee was meegegaan, zou de regering “in feite altijd de bevoegdheid hebben om wijzigingen aan te brengen in de tekst van een wetsvoorstel (…) zonder dat Kamerleden de gelegenheid hebben de (…) gewijzigde onderdelen van dat wetsvoorstel nog te amenderen.”
Opmerkelijke stem van de SGP
Opmerkelijk was dat afgelopen dinsdag uitgerekend het staatsrechtelijk geweten van de Kamer, SGP, mee wilde gaan met de voorstellen van het kabinet, waarmee in feite de Kamer buitenspel zou zijn gezet. De SGP heeft bij die stem vooral de inhoudelijke beoordeling het zwaarst laten wegen, aldus een woordvoerder.
Regering moet nieuwe weg kiezen
De Kamer zegt nu dat de geëigende weg is dat de regering het wetsvoorstel intrekt en een nieuw wetsvoorstel indient. “Daarmee wordt de Kamer als medewetgever in de gelegenheid gesteld zich over de door de regering gewenste wijziging uit te spreken (…) met alle instrumenten die de Kamer daarbij ten dienst staan.”
Kamerlid Ines Kostic zegt dat er ook een andere weg is: de Kamer zou ook kunnen besluiten de nu voorliggende wet aan te nemen, waarna staatssecretaris Chris Jansen (Infrastructuur en Waterstaat) een zogenoemde novelle indient, die tot doel heeft een deel van de bezwaren weg te nemen. Staatssecretaris Jansen heeft aangegeven in het kabinet te overleggen wat hem nu te doen staat.