Kamer niet gerust op aanpak glyfosaat Wiersma

Een groot deel van de Tweede Kamer is er niet gerust op dat landbouwminister Femke Wiersma het gebruik van glyfosaat wel echt aan banden wil leggen.

De minister heeft, onder druk van een Kamermeerderheid, besloten het gebruik van glyfosaat terug te dringen door alternatieven voor het chemisch bestrijdingsmiddel verplicht te stellen. Eerder had de minister in de Kamer aangegeven dat ze niet van plan was het glyfosaatgebruik aan banden te leggen. Nu wil ze dat toch doen, maar ze stelt wel een aantal voorwaarden.

Adder onder het gras

ChristenUnie-Kamerlid Pieter Grinwis constateerde woensdag in debat met de minister dat deze voorwaarden in de plannen van Wiersma een addertje onder het gras lijken. Zij stelt randvoorwaarden: een alternatief voor glyfosaat moet in de praktijk doeltreffend, doelmatig, uitvoerbaar en betaalbaar zijn. Daarnaast mag de impact van het alternatief op andere doelen, zoals stikstof, klimaat en biodiversiteit, niet slechter zijn dan de impact van gangbare methoden. Grinwis vraagt zich af of met zulke randvoorwaarden nog wel sprake is van zinvolle wetgeving.

BBB-Kamerlid Cor Pierik zei juist blij te zijn met de voorwaarden die de minister stelt. GroenLinks-PvdA-Kamerlid Laura Bromet zegt dat de achtereenvolgende landbouwbewindslieden al veel te lang getalmd hebben om, ondanks oproepen van de Tweede Kamer, het gebruik van glyfosaat aan banden te leggen.

Negatieve effecten voorkomen

Wiersma zegt dat zij zich door de wetenschap en de sector wil laten adviseren. Zij wil in elk geval voorkomen dat een maatregel om glyfosaatgebruik in te perken een negatief effect heeft op bijvoorbeeld de klimaatdoelstellingen of de doelen voor waterkwaliteit.

De minister heeft nog niet uitgeschreven hoe de randvoorwaarden worden verwoord. Dat moet eerst gebeuren, voordat de Algemene Maatregel van Bestuur naar de Raad van State wordt gestuurd. De minister geeft aan dat het juridisch niet mogelijk is om glyfosaat te verbieden. GroenLinks-PvdA-Kamerlid Laura Bromet zegt dat een verbod best mogelijk is: “In Oostenrijk hebben ze ook een verbod, dus het kan gewoon.”