‘Je schrikt van hoe droog de ondergrond is’

“De loofontwikkeling van de asperge is goed, maar daarvoor moeten we wel dag en nacht beregenen”, stelt Jan van Gerven half augustus vast.

“Wij kunnen alle percelen beregenen, maar de percelen waar dat niet kan, staan er slecht voor.” De capaciteit is 3 hectare per dag. Dat betekent bij de 20 hectare die Van Gerven heeft dat hij een week nodig heeft om alles te beregenen. “Bij temperaturen van 30 graden schiet je dan nog tekort. Dat zie je terug in behoorlijk wat topsterfte in de jonge aanplant waar we net te laat waren. Dat is jammer, maar je kunt nou eenmaal niet overal tegelijk zijn.” De jonge aanplant werd inmiddels vijf keer beregend; de productiepercelen twee of drie keer. “Twee weken geleden hadden we al het materiaal al opgeborgen, maar nu hebben we het weer voor de dag moeten halen. We hebben kuilen gegraven en dan schrik je echt hoe droog de ondergrond nog is ondanks dat vele beregenen.” De Brabander hoopt op een aanvulling van nature, maar vreest dat er onder de huidige omstandigheden dan wel eens in één keer heel veel water naar beneden kan komen.

Weinig stikstof, weinig kever

Het voordeel van de droogte is dat schimmels met enkele bespuitingen uitstekend in de hand te houden zijn. Ook de aspergekever zorgt voor weinig problemen. “Dat komt omdat wij weinig stikstof geven. Als een gewas veel stikstof krijgt, heb je meer last van de kever. Je hebt dan wel een geweldige loofontwikkeling, maar het loof is zwakker en dat trekt kevers aan.” Alleen in de jonge aanplant werd één keer een bestrijding uitgevoerd. Dat gewas kreeg drie keer 200 kilo NPK met 12 procent stikstof. In de overige percelen werd twee keer 200 kilo gestrooid. “Bij te veel stikstof krijgt je ook meer lossen koppen het jaar erop.”

Weinig middelen

Het onkruid werd mechanisch bestreden nadat de plastic van de ruggen ging. Dat deed de loonwerker met schijven die de paden en het onderste stukje van de rug bewerken. Drie weken later is op de ruggen gespoten. Met een smalspoortrekker met cultivator wordt het onkruid bijgehouden. “Deze methode is ook goed voor het bodemleven. Wij gebruiken zo min mogelijk middelen. Dat is ook gunstig voor het milieu en de mens.”

Ook in de jonge aanplant is het onkruid met de smalspoortrekker vrij goed onder de duim gehouden. “We zijn er nog een keer doorheen gelopen om het onkruid tussen de planten weg te halen.”