‘Je moet hier in Karlsruhe je gezicht laten zien’

Frank en Paulien Goertz uit Mariahoop verbleven 20 en 21 november in Karlsruhe op de jaarlijkse asperge- en aardbeibeurs.

“We staan hier als plantenkweker voor de zevende keer”, vertelt Frank in zijn op woensdag druk bezochte stand. “Nee, het is niet dat je hier heel veel planten verkoopt”, aldus Paulien, “maar het is meer om je gezicht te laten zien, want er lopen hier heel veel Nederlandse aspergetelers rond.”



Zeker dit jaar is dat laatste het belangrijkste, want vrijwel alle planten voor 2014 zijn al verkocht. “We verkopen nog wel wat, maar dat zijn dan meer de restpartijen. De animo voor het aanplanten van asperge is dit jaar groter dan wat we gewend waren. Deels gaat het om uitbreiding en deels om vervanging. Van sommige rassen zijn gewoon geen planten meer beschikbaar. Dat geldt niet alleen voor ons, maar ook voor de andere plantenkwekers.” En daarvan staan er nog elf Nederlandse op deze beurs met een stand.

Voorbereidingen nieuwe seizoen

Goertz is verder druk met de voorbereidingen voor het nieuwe seizoen. “Van ongeveer een derde van het areaal hebben we het loof verwijderd. Dat doen wij door te klepelen en de paden te bewerken. Op die percelen is de zwartwitte folie ook al gelegd en zijn we nu bezig met het plaatsen van de bogen voor de minitunnels. Als het een paar nachten blijft vriezen en het perceel laat het toe, dan gaat vervolgens de folie al over de tunnels.” De rassen die onder de minitunnels komen zijn Gijnlim, Cumulus, Avalim, Vitalim en op een verwarmd perceel Backlim. Zo snel mogelijk wordt ook op de overige tweederde van het areaal het loof bewerkt.



Goertz strooit vrijwel jaarlijks 1.000 kilo Miramag per hectare als onderhoudsbekalking. “Dan geef je tevens 200 kilo magnesium.” Voor dat kalk strooien heeft hij zelf een kalkstrooier gekocht.

Volgend jaar worden weer nieuwe percelen aangelegd, zoals dat bij hem gebruikelijk is. “We moeten ons areaal minimaal op peil houden. Volgend jaar planten we weer wat vroege percelen aan, met de rassen Cumulus, Gijlim en Avalim.”