De output van de voedingstuinbouw is preventieve gezondheidszorg. We ontlasten het zorgsysteem. Een feit, althans, dat vinden wij. Maar niet eenvoudig om dat feit te kwantificeren. Simon Rozendaal gaat ons daarbij helpen.
De tuinbouw heeft een berg data beschikbaar om te bewijzen dat we het goed doen. We hebben gewoon gelijk en kunnen op allerlei manieren wettelijk, feitelijk en zelfs wetenschappelijk onderbouwen dat dit ook echt zo is. Jammer alleen dat we dat veel te weinig doen. Tijdens de laatste In Residency van EatThis, met als gasten Simon Rozendaal van Elsevier Weekblad en Andre Jansen, met Maan Group de winnaar van de meest recente Koning Willem I-prijs, kwam dit thema veelvuldig aan de orde.
Hoeveel vierkante meter gebruiken we per kilo product?
Welke lezer kan me zonder te blozen vertellen hoeveel water er nodig is voor een kilo tomaten, komkommers of paprika’s? Welk percentage meststoffen gerecirculeerd wordt of met andere woorden, hoeveel lozen we eigenlijk nog? Hoeveel CO2 we consumeren? Hoeveel vierkante meter we gebruiken per kilo product? Welk percentage het gebruik is van biologische gewasbeschermingsmiddelen? En de achilleshiel: welk percentage van de energie duurzaam gegenereerd wordt en hoe de toekomst hiervan er in cijfers uitziet, wanneer de overheid een beetje meewerkt?
De restwaarde van een tomaat
Ik durf te stellen dat de overgrote meerderheid het antwoord op de vragen hierboven niet kent. Laat staan dat je als lezer weet hoe je je verhoudt tot een producent van rundvlees, mais, eieren of biologische groenten. Of hoe jouw product zich verhoudt tot een Spaanse tomaat of paprika. Bizar eigenlijk. Elke autoverkoper weet direct op te lepelen waarom juist zijn auto beter, sneller, mooier en betrouwbaarder is. Maar ook wat de restwaarde zal zijn, met andere woorden, wat de aankoop op lange termijn voor je betekent. Ik bedoel dus: wat doet de aankoop van een tomaat met jouw gezondheid ten opzichte van de aankoop van een BigMac? De restwaarde van een tomaat.
We weten het niet, omdat we dat soort gesprekken simpelweg veel te weinig voeren. We praten met elkaar en bij elkaar vinden we de bevestiging dat we gelijk hebben. We krijgen ook nog eens gelijk. Van elkaar.
Eerst huiswerk doen
Om buiten onze wereld van de voedingstuinbouw gelijk te kunnen krijgen, zullen we eerst ons huiswerk moeten doen. We moeten eerst kunnen kwantificeren wat onze input én onze output is. Diverse partijen zijn hier gelukkig al druk mee bezig, maar er komt ook versterking aan van buitenaf. Wetenschapsjournalist Simon Rozendaal gaat met ons meerekenen. En hij gaat er ook nog eens, samen met ons, voor zorgen dat jij als lezer over niet al te lange tijd wél het antwoord hebt op al die vragen. Dan zul je natuurlijk wel eerst wat huiswerk moeten doen en jezelf al die nieuwe feitjes over je eigen tomaat, eigen moeten maken.
Geen tijd te verliezen om gelijk te krijgen
Pas wanneer we dat huiswerk gedaan hebben en we met z’n allen kunnen onderbouwen waarom we gelijk hebben, krijgen we misschien ook gelijk. Elke In Residency toont aan dat de Dolf Jansens, Jitske Kramers, Kadir van Lohuizens en Simon Rozendalen ons als sector na drie volle dagen gelijk geven. Met die In Residencies gaan we nog wel even door. Maar we moeten meer doen dan alleen dat. Er is nou eenmaal geen tijd te verliezen om gelijk te krijgen. Wanneer we dat namelijk niet krijgen, worden er beslissingen genomen door mensen die geen gelijk hebben, maar dat van de maatschappij en politiek wel krijgen. Zet ’m op, Simon!