Wiljan Lisseveld is teeltchef bij Reijnlof in het Zeeuwse St. Philipsland en zijn vrouw Martine Lisseveld-Reijngoudt is verantwoordelijk voor de verkoop van de circa 160 hectare witlofwortels die het bedrijf op jaarbasis forceert en verder nog een klein areaal roodlof. De afzet organiseert het bedrijf zelf.
De wortels staan hoofdzakelijk op Goeree-Overflakkee, in Zeeland en in de Noordoostpolder. “Dat doen we voor risicospreiding”, legt Martine uit. “Voor het nieuwe zaaiseizoen hebben we nog zo’n 30 hectare nodig om voldoende wortels te kunnen zaaien. Dit jaar speelt dat veel meer, omdat de boeren die witlofwortels telen in onzekerheid verkeren. De eis in het kader van het 7e Actieprogramma Nitraat dat ze voor 1 oktober gerooid zouden moeten zijn is weliswaar van tafel, maar het is ook allemaal nog niet duidelijk. Dan kiezen ze bijvoorbeeld liever voor het zaaien van luzerne, omdat ze daar subsidie op kunnen krijgen en dan zeker weten dat ze dat binnen hebben. Dit speelt trouwens niet alleen bij ons, maar het is landelijk een probleem.”
Het is sowieso een hele puzzel en het wordt spannend of we het helemaal rond kunnen krijgen
Minder kieskeurig
Wiljan vult aan: “Daar komt nog bij dat je de wortels in een vruchtwisselingsschema van 1:4 of 1:5 moet telen. Op sommige percelen mag dit jaar juist geen witlof komen. Beide zaken komen bij ons nu ongelukkig samen. Dat maakt ons misschien iets minder kieskeurig in de perceelkeuze. Het is sowieso een hele puzzel en het wordt spannend of we het helemaal rond kunnen krijgen. Hopelijk speelt het mee dat we met onze worteltelers goede en lange relaties hebben. Wie weet waar we elkaar in de toekomst nog voor nodig hebben.”
Twee redenen voor Overflakkee
De keuze voor Goeree-Overflakkee is tweeledig. Martine: “Ten eerste is het dicht bij huis, dan is het makkelijker om ontwikkelingen te volgen. Verder wordt een voetafdruk van een product steeds belangrijker. Dichtbij betekent dus een kleine voetafdruk. Daarnaast bewaren we de wortels ook vlakbij, dus op die manier kunnen wij ons met een lage footprint van anderen onderscheiden.”
Met twee rassen jaarrond
Reijnlof forceert de rassen Topscore en Flexine. “Topscore zijn we vanaf januari aan het opzetten en dat gaat door tot in april”, geeft Wiljan aan. “We zijn vorig jaar lang doorgegaan met oude wortels, omdat we het rustig aan hebben gedaan toen de prijzen onder de kostprijs waren. In principe verkopen wij onder de kostprijs niet en door ons rustige trekregime kunnen we na 18 dagen oogsten, maar ook nog na 25 dagen.” Martine: “Dat maakt je flexibel, maar het betekent nu wel dat we er langer over hebben gedaan om de oude wortels op te maken. Dat was dus een economisch besluit. Gelukkig is die periode met slechte prijzen inmiddels een tijdje voorbij en is er krapte op de markt. Dan is er meer vraag en hebben we minder last van trekkers die wel hun witlof onder de kostprijs verkopen.”
Sorteerrobot
Reijnlof richt zich op Kort Lof in kleinverpakking of flowpack in 500 grams verpakkingen. Het sorteren en verpakken doet Reijnpack, inmiddels met 3 robots. “Eind 2019 hadden we de eerste, in 2020 is de tweede gekomen en eind 2021 de derde. Sindsdien sorteren en verpakken we al onze witlof volledig automatisch. Het bevalt ons buitengewoon goed.”
Auteur: Stan Verstegen