Zeg je Jan Robben, dan zeg je aardbei. Telers zien hem als betrouwbare bron van kennis. Nadat Robben in 2014 gestopt is met zijn eigen kwekerij, is hij zelfstandig adviseur. Niet alleen in Nederland, Robben reist met zijn 65 jaar ook naar Turkmenistan of andere verre oorden waar men graag verse aardbeien eet.
Jan Robben gaat op bedrijfsbezoek bij een oude kennis. Waarbij vermeld dat hij bijna iedere aardbeienkweker in Nederland kent. Aardbeienteler Frits Vriend in Benningbroek (Noord-Holland) wil graag met Robben sparren over de oogstpiek en hoe hij die kan afvlakken. Vriend: “Aardbeientelers zijn geen normale mensen; zoveel stress als die te verduren krijgen tijdens het korte oogstseizoen.”
Vriend hoopt dat Robben een planning kan maken, omdat hij een rustiger oogstverloop wil hebben. Robben gaat met hem in gesprek. Over andere rassen, over andere technieken, over andere planttypes. Het is alsof we een bibliotheek binnenstappen. Precies wat ze ook in Turkmenistan nodig hebben.
Want behalve in Benningbroek gaat Robben ook zomaar op werkbezoek in Centraal-Azië. Als Groenten & Fruit hem spreek, is hij net terug uit aardbeienland nummer 1, Engeland.
In Engeland draait uiteindelijk alles om één vrouw, inkoper bij Tesco
De aardbeien met slagroom op Wimbledon zijn wereldberoemd, maar de inside information van Robben is veel interessanter. “In Engeland is het echt heel raar geregeld. Er zijn maar een paar grote kopers, met Tesco voorop. Uiteindelijk draait alles om één vrouw, inkoper bij die grote retailer. Zij lijkt wel alles te bepalen. Welk ras in de schappen komt te liggen, maar ook wie er mag leveren.”
“In Engeland draait alles om de smaak. Veel meer nog dan in Nederland. De aardbeien liggen daar op ras gesorteerd in de schappen. Wel bijzonder dan weer is dat er bijna geen huisverkoop is.”
Groot percentage Duitse aardbei in huisverkoop
In Duitsland verkopen de Duitse kwekers juist een groot percentage van hun oogst aan huis. Tot wel prijzen van € 10 per kilo. Robben kent de Duitse markt goed. Hij was er betrokken bij de opzet van een grote aardbeienkwekerij, kort nadat hij zijn eigen bedrijf had verkocht.
“In de Duitse supermarkten moet het goedkoop. Daar is smaak geen item. Omdat Duitsland zo’n groot land is, kennen ze diverse klimaten. Daardoor kunnen ze voor een lange tijd aardbeien verkopen in de supermarkten. Die moeten aan hoge residueisen voldoen, net als in Nederland.”
Vollegrond versus bedekt
Het grote verschil met vroeger, toen Robben als kind bij zijn vader werkte in de aardbeienkwekerij: aardbeien stonden toen nog in de vollegrond en waren bij uitstek een seizoensproduct.
Robben: “Vollegrondsaardbeien zijn in Europa steeds minder gewild. De supermarkten hebben er een kijkje op in verband met de gewasbescherming en voedselveiligheid. Bovendien speelt de gevoeligheid voor slecht weer en daardoor leveringszekerheid, een absolute eis van de supermarkten.”
Nu staan aardbeien in Nederland en Engeland veelal in tunnels, type Mini-Air en natuurlijk in kassen, altijd in goten, zodat de vruchten droog hangen. Maar in Duitsland is het overgrote deel nog steeds vollegrondsaardbeien. Daar zijn aardbeien nog meer een echt seizoensproduct, soms ook voor zelfpluk door consumenten. Met moderne doordragende rassen kun je jaarrond oogsten mits je kas uitgerust is met het juiste led-licht en je daardoor zorgt dat de planten niet in de rust gaan. Aardbeien moeten steeds een lange dag blijven ervaren.
“De rassen in Europa zijn high-chill-rassen: die hebben kou nodig om uit de rust te komen. Het grootste deel van de jonge planten staat in de koelcel, zodat ze na planten later in productie komen. Op die manier kan je de productie spreiden. Nieuwe ontwikkelingen zijn dat ze korter kou-dagen nodig hebben. Dan kun je planten direct vanaf het plantenveld in de kas planten. In de toekomst zullen we daarvoor zeker goede rassen krijgen, zowel korte-dagrassen als doordragers. Verschillende veredelaars werken daaraan.”
De markt verlangt steeds vaker een betrouwbare oogstprognose
Om de productie van doordragers beter te spreiden, kun je een deel in de koelcel bewaren en een deel niet. “Dat zorgt voor risicospreiding en een afvlakking van het oogstprofiel, iets waar steeds meer kwekers behoefte aan krijgen door het gebrek aan goed, flexibel personeel.”
“Bovendien verlangt de markt steeds vaker een betrouwbare oogstprognose. Over het algemeen geldt dat een aardbei die niet op zijn toppen hoeft te produceren, meer suikers kan opslaan. Heel logisch, maar een doordragende aardbeiplant kan op hol slaan en uit balans raken, waardoor de plantbelasting tijdelijk te groot wordt.”
Smaak en houdbaarheid
“Een aardbei die heel lekker zoet smaakt, is of was vroeger over het algemeen minder goed houdbaar. Veredelaars slagen er steeds beter in om de combinatie van uitstalleven en smaak in rassen te combineren, zoals bijvoorbeeld Favori en Falco van Flevo Berry en Parlando en Verdi van Fresh Forward. Andere uitdagingen voor de veredelaars zijn ziekteresistente rassen, vooral tegen phytophthora en meeldauw. Flevo Berry heeft rassen die hier goed tegen bestand zijn.”
Veredelaars slagen er steeds beter in om de combinatie van uitstalleven en smaak in rassen te combineren
Nederland kent geen groei meer op het gebied van aardbeien, constateert Robben. Wel is er een grote verschuiving van onbedekte naar bedekte teelten en van vollegrond naar substraatteelten. “Er is steeds minder import, helemaal van de beroemde Spaanse aardbeien, die weliswaar goed houdbaar zijn, maar niet smakelijk.”
Nederland zit aan de max met aardbei
En smaak is bij aardbei van levensbelang. Want, zo weet Robben: Groenten en fruit zijn gezonde voeding, maar een aardbei is niet echt voeding. “Je eet een aardbei niet als je honger hebt. Meer dan andere vruchten worden ze gezien als een soort luxe, voornamelijk voor de lekker, hoewel ze natuurlijk ook bij uitstek in een gezond voedingspatroon passen. De productie is kostbaar, het oogsten is een beperking, alhoewel nieuwe rassen ook een hogere plukprestatie kennen. In Nederland is de max blijkbaar bereikt.”