In de periode 2010-2014 is jaarlijks zo’n €5 miljard geïnvesteerd in landbouwgrond. De grondmobiliteit is flink afgenomen.
Dit blijkt uit onderzoek van LEI Wageningen UR, opgesteld in opdracht van ASR Landelijk Vastgoed.
Werd er in de tweede helft van de jaren negentig jaarlijks zo’n €3 miljard geïnvesteerd in landbouwgrond, in 1999 en 2000 was dat per jaar zo’n €8 tot €10 miljard. Het gaat hier om de totale reële investeringen, gecorrigeerd voor inflatie (prijspeil 2014) in landbouwgrond.
Minder uitgegeven
In de eerste tien jaren van deze eeuw werd er iets minder geld uitgegeven voor aankoop van landbouwgrond, namelijk circa €6 à €8 miljard per jaar. Van 2010 tot 2014 werd ongeveer €5 miljard per jaar. De teruglopende mobiliteit is voor een deel gecompenseerd door de sterk gestegen grondprijzen, aldus de onderzoekers in het rapport.
Grondmobiliteit daalt
Het areaal landbouwgrond dat jaarlijks wordt overgedragen is vanaf 2007 fors afgenomen. De toename van de mobiliteit eind jaren 90 is vooral veroorzaakt door de economische groei. De vraag naar landbouwgrond voor andere functies, zoals natuur, nam toen toe. De afname van de mobiliteit is in het verleden veroorzaakt door staking aankoop grond voor natuur door de overheid en uitbraken van dierepidemieën, zoals MKZ in 2001. De afname na 2007 houdt verband met de economische crisis, aldus de onderzoekers.
Veel handel in Noorden en Zuidwesten
Er zijn grote regionale verschillen als het gaat om grondmobiliteit. De meeste overdrachten van landbouwgrond in de periode 2003-2012 was in het Noorden en Zuidwesten van het land. Grofweg een derde van de grond is in die periode verhandeld ten opzichte van het totaal areaal landbouwgrond in 2012. De grondmobiliteit was het laagst in het Oosten, grote delen van Noord-Brabant en de weidegebieden in het westen van het land. Daar kreeg 17 tot 20% van het landbouwareaal in de genoemde periode een nieuwe eigenaar.
Ruim helft familieoverdracht
Van de ruim 1,8 miljoen hectare landbouwgrond wordt jaarlijks zo’n 3% verhandeld. Het gaat dan om grofweg 50.000 tot 60.000 hectare. Een groot deel van de grond wordt binnen familieverband overgedragen. LEI-onderzoekers schatten in dat ‘duidelijk meer dan de helft van de totale mobiliteit’ binnen familieverband plaatsvindt, vooral in het kader van bedrijfsopvolging.
In de periode 1993-2012 is 1,2 miljoen hectare landbouwgrond verhandeld, waarvan de natuurlijke personen het leeuwendeel voor hun rekening hebben genomen (77%). Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL) en provincies hadden een marktaandeel van 6% en gemeenten 4%. De vennootschappen (bv’s, nv’s en cv’s) zijn goed voor 12% van de grondaankopen. Agrarische bedrijven met vennootschap als rechtsvorm vallen ook in deze groep.