Minister Frans Timmermans van buitenlandse zaken gaat voorstellen doen voor labeling van Israëlisch product, waaronder groente en fruit.
Zo moet duidelijk worden of dat product uit bezet gebied komt. Het vloeit voort uit Europese afspraken uit mei 2012; Duitsland en Engeland voeren dat labelbeleid al. Premier Rutte zei vrijdag na het kabinetsberaad de ophef niet te begrijpen die daarover is ontstaan in Israël. ‘Het is Europees beleid”. Nu profiteren deze producten juist van handelsvoordelen tussen Israël en de EU. Volgens Rutte staan er geen sancties op het labelbeleid. “Maar het is gewoon goed als consumenten weten waar het product vandaan komt.” Hij noemde het geen sanctie tegen Israël.
In 2012 wees het internationale rapport Trading away peace al op dit probleem. Volgens de opdrachtgevende organsaties, waaronder de Nederlandse ICCO en Cordaid, gaat tweederde van de teelt in bezet gebied naar de EU. Israëlische handelspartijen met vestiging in Nederland worden eveneens genoemd, zoals Agrexco en Arava Export Growers, in de winter een belangrijke leverancier van ondermeer paprika. In het voorwoord van dat onderzoek zei oud-minister Hans van den Broek dat deze handelsstromen vredesgesprekken schaden. Hij pleitte al voor een duidelijker onderscheid van product uit Israël of uit bezet gebied, om zo bouwactiviteiten in bezet gebied te ontmoedigen.
In Noorwegen hebben importeurs van groenten en fruit Bama en Coop al een verdrag getekend geen product uit bezet gebied te importeren. In Engeland zeggen winkelketens daar op toe te zien. Het Britse Co-op verbrak relaties met handelspartijen die werken met product uit bezet gebied, waaronder ook destijds Agrexco.