De peenteelt is in ontwikkeling, zowel de gangbare als de biologische. Maar er zijn problemen die een vlekkeloze teelt in de weg staan.
Recentelijk mocht ik onze internationale kennisconferentie peenteelt meemaken. Uit diverse Noord-Europese landen waren de peenonderzoekers bij elkaar om het demoveld in Flevoland te bezoeken en onderlinge proefresultaten uit te wisselen. Vertegenwoordigingen uit diverse landen waren aanwezig, van Engeland tot Polen en van Noorwegen tot België. Het was een zeer interessante bijeenkomst waar duidelijk werd dat er veel gemeenschappelijke uitdagingen zijn.
Beperking in beschikbare ziektebestrijdingsmiddelen
Het grootste probleem in de peenteelt is de beperking in het aantal beschikbare ziektebestrijdingsmiddelen. In vrijwel alle landen is het een steeds grotere uitdaging om goede ziektebestrijding uit te voeren. Bijvoorbeeld: de bestrijding van de peenbladvlo in Noorwegen is via de chemische weg vrijwel onmogelijk. Daarom wordt gedurende het eerste deel van de teelt gewerkt met zeer fijnmazige netten. Percelen van bijvoorbeeld 10 hectare worden volledig afgedekt met deze netten, 0,6 millimeter, om de vlooien met virussen buiten het gewas te houden (kostprijs minimaal € 0,30 per vierkante meter).
‘In vrijwel alle landen is het een steeds grotere uitdaging om goede ziektebestrijding uit te voeren’
Over wortelluizen verschillen de meningen
Wat ook interessant was: wortelluizen die in het ene land geen schade toebrengen, worden in het andere land bestreden en in weer een ander land worden wortelluizen juist gezien als iets positiefs: de wortelluis zou de beschikbaarheid van organisch materiaal met voedingsstoffen juist verbeteren.
Meerwaarde van de ‘groene’ middelen
Een grote uitdaging op het gebied van de gewasbescherming is de meerwaarde en werkwijze van de zogenaamde ‘groene middelen’. Diverse middelen komen op de markt, maar in vrijwel geen enkel land werden er goede, reproduceerbare positieve resultaten gemeten. Hier is nog een lange weg te gaan.
Opvallend was dat er in de zuidelijke landen als België en Frankrijk verscheidene nieuwe insecten de kop opsteken die de peenteelt belagen. De onderzoekers stelden dat deze insecten waarschijnlijk over een paar jaar ook in de meer noordelijke landen zullen verschijnen. Zo is er in België nu bijvoorbeeld de mineerborstelmot gevonden. Binnenkort ook in Nederland?
‘Peen is gewild gewas’
Naast de vele teeltuitdagingen kwamen ook de marktontwikkelingen aan de orde. Peen is een gewild gewas dat toenemend in de belangstelling staat. In de meeste landen groeit het areaal, vooral het areaal biologische peen. De meerprijs die ontvangen wordt per kilo geeft hierbij de doorslag. Iets om in Nederland, met een groot areaal biologische peen, rekening te houden.
In Duitsland ontvangt de teler 10 cent per kilo meer voor lokaal geproduceerde en verkochte peen. Zet deze trend zich door naar andere landen?
In Denemarken is de schaalvergroting erg snel gegaan, er zijn nog maar zes peentelers die 85% van het areaal telen. Naar verwachting gaan er 2 van deze 6 fors uitbreiden en hebben zij binnenkort het peenareaal in handen. Dit zijn zeer gespecialiseerde bedrijven. Een voorbode voor Nederland?
Collectief onderzoek weggevallen
Al met al een zeer interessante kennisuitwisseling. Door het wegvallen van het collectieve onderzoek in Nederland wordt het internationaal uitwisselen en ontwikkelen van kennis belangrijker. Nieuwe wegen worden gevonden. Ook voor ondernemende telers interessant om kennis en ervaring uit te wisselen met collega ondernemers in het buitenland. Wie meldt zich aan?