Twee woorden die niet meer weg te denken zijn in de tuinbouw: internationaal en digitaal. Ze lijken ook steeds meer hand in hand te gaan.
Nederlandse kassen worden in andere klimaten gebouwd en de leveranciers verenigd in AVAG of Hortivation ontwikkelen daar digitale tools voor. Nederlandse klimaattechniek en automatisering worden wereldwijd geïnstalleerd en de aansturing daarvan kan via de cloud met digitale tools als Plantonomy, IIVO of CropController uitgevoerd worden.
Jaagt internationaal digitaal aan of juist omgekeerd?
Teeltkennis, toch vaak een zaak van mensen, van de teler met of zonder zijn adviseur, wordt meer digitaal. En met QMS-teeltmanagement wordt die menselijke kennis minder noodzakelijk en kan internationaal makkelijker ingespeeld worden op de lokale omstandigheden.
Wat jaagt wat aan? Jaagt internationaal digitaal aan of juist omgekeerd? In hoeverre neemt digitaal de menselijke rol weg? Wat zegt internationaal over de concurrentiepositie van Nederland?
Digitaal succes maken lukt daar alleen met lokale kennis-input
Internationaal digitaal leert in ieder geval dat kopiëren niet werkt, dat werkte al niet zonder digitaal, maar mét digitaal evengoed niet. Gewas- en teeltmanagement moet lokaal toepasbaar gemaakt worden. Internationaal zal voor elke locatie, voor teelt, gewas of ras, evengoed lokaal de kennis en finesses geleerd moeten worden. Digitaal succes maken lukt daar alleen met lokale kennis-input.
Internationaal digitaal dat is niet kopiëren, maar internationaliseren door lokaal digitaliseren. Een enerverend proces en er blijft (gelukkig) nog steeds voor mensen werk aan de winkel…