De bruingemarmerde schildwants rukt op naar Nederland. Intensieve fruitteelten zijn kwetsbaarder, al valt de schade nu nog mee.
Inmiddels is de bruingemarmerde schildwants door geheel Nederland verspreid, zo is te zien Waarneming.nl. Vooral de laatste twee jaren is deze uitheemse schildwants volgens onderzoeker Herman Helsen explosief gestegen. In 2024 is de bruingemarmerde schildwants meer dan 4.000 keer gemeld. Deze wants is in Zuid-Europa berucht door de grote schade in de groente- en fruitteelt, maar lijkt in Nederland minder schadelijk. De grote schade in met name de perenteelt in Italië wordt hier (nog) niet aangetroffen. In Italië wordt deze schildwants als belangrijkste reden gezien dat het areaal peren in Italië sterk terugloopt.
In Italië twee generaties per jaar
In Italië kent de wants twee generaties per jaar en in Nederland maar één, aldus Helsen vorige week op de NFO Kennisdag Fruitteelt. En in Noord-Nederland wordt de wants wel aangetroffen, maar kan hij zich nog nauwelijks niet vermeerderen. Toch is de verwachting dat met het opwarmen van het klimaat overlast door deze wants kan toenemen. Bestrijding is bijzonder lastig omdat de eileg van de eerste generatie van mei tot in augustus plaatsvindt. Sterke middelen zijn in Nederland niet toegelaten en dus moeten we het met zwakkere middelen zoals Gazelle doen.
Nederlandse schade door andere wantsen
Schade door de bruingemarmerde schildwants is in Nederland in enkele gevallen vastgesteld. Maar Helsen wijst erop dat veel schildwantsenschade in Nederland door inheemse schildwantsen als onder andere de roodpootschildwants komt. Alhoewel het soms lastig vast te stellen welke stinkwants de uiteindelijke schade veroorzaakt. Met feromoonvallen is de schildwants wel goed te monitoren.
Inheemse natuurlijke vijanden
Positieve nieuws is dat de gelegde eitjes door de overwinterende gemarmerde schildwants wel door natuurlijke vijanden opgegeten worden. In het onderzoek van Helsen en zijn team werden bijna 500 eilegsels met een wildcamera in 15 boomgaarden gevolgd. Deels gangbaar, deels biologisch en deels extensieve aanplant zoals een hoogstamboomgaard. Met fraaie videobeelden liet Helsen zien dat de bekende natuurlijke vijanden de eilegsels wisten te vinden. Maar voor oorwormen, kleine spinnen en gaasvliegen hebben de eieren een te harde schil om ze te kunnen eten. In beperkte mate hooiwagens, maar vooral sabelsprinkhanen en koolmezen lukt het erg goed om de eieren wel op te eten.
Intensieve boomgaarden kwetsbaarder
Beelden van de wildcamera’s laten zien dat in extensieve boomgaarden binnen enkele dagen tijd tot meer dan 50% van de eieren weg waren. In gangbare en professionele biologische boomgaarden was dit niet meer dan 1%. Bij extensieve aanplant is na 10 dagen meer dan 90% bestrijding; intensief bleek steken op 43%. Door de grote verschillen is de potentie van de inheemse natuurlijke vijanden nog lastig in te schatten.
In Italíë doet de zogenaamde Samoeraiwesp het als natuurlijke vijand redelijk goed. Deze sluipwesp komt net als de bruingemarmerde schildwants uit Azië en is door de grote problemen uitgezet in Zuid-Europese teeltgebieden.