Een teler moet schaduwhinder door nieuwbouw naast zijn kas accepteren. Dat oordeelt de Raad van State.
Het oordeel van de Raad van State betreft een zaak die een teler aanspande tegen de gemeente Kaag en Braassem. In een nieuw bestemmingsplan is een bouwhoogte van 12 meter opgenomen. Als dat naast zijn perceel wordt gebouwd, raakt dat zijn bedrijf door schaduwhinder.
De teler betwist een ‘bezonningstudie’, waaruit zou blijken dat op 21 december de zoninval ‘slechts’ 12% lager is. Er is in dat onderzoek bijvoorbeeld geen rekening gehouden met uitzonderingen waarbij hogere bouwhoogtes ook zijn toegestaan, zoals silo’s. De rechter houdt met silo’s geen rekening in zijn uitspraak.
Instortingsgevaar
De teler stelt dat de zoninval belangrijk is voor zijn koude teelt, maar ook voor het wegsmelten van sneeuw op zijn kasdek in de winter. Het instortingsgevaar neemt toe als schaduwhinder optreedt. De rechter oordeelt dat de schaduwhinder beperkt blijft. Dat risico is beperkt en de gemeenteraad heeft dat op de juiste wijze afgewogen, tegen gelijke productievoorwaarden voor alle bedrijven in het gebied met dezelfde bouwhoogte.