Arbeidsuitbuiting is juridisch lastig hard te maken. De Inspectie SZW probeert met het begrip ‘ernstige benadeling’ werkgevers toch aan te pakken.
Dat schrijft de Inspectie in een rapport dat onlangs door staatssecretaris Wiersma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar de Tweede Kamer werd gestuurd. De inspecteurs van SZW signaleren dat de problematiek rond uitbuiting van met name arbeidsmigranten vaker tot meldingen leiden. Zij signaleren ook dat die meldingen slechts een piepklein topje zijn van een aan per definitie opzettelijk aan het zicht onttrokken ijsberg. De meldingen bij SZW lopen naar de 200 toe. Schattingen van de Inspectie en de Algemene Rekenkamer van een mogelijk daadwerkelijk aantal gevallen van arbeidsuitbuiting lopen uiteen van 2.000 tot 21.000.
Heimelijk karakter
De omvang van deze problematiek in niet makkelijk vast te stellen, omdat deze situaties een heimelijk karakter hebben en soms in het voordeel van werkgever én werkenden zijn. Dat laatste is met name het geval als er belastingen en premies worden ontdoken. In het rapport komt de Inspectie met zeven praktijkvoorbeelden, waarvan er drie te maken hebben met de tuinbouw. De voorbeelden laten zien dat het vermoeden van overtredingen of zelfs strafbare feiten na onderzoek niet hard te maken zijn.
Vorm van mensenhandel
Waar er wel sprake is van overtredingen, blijkt de juridische omschrijving van arbeidsuitbuiting als een vorm van mensenhandel meestal een te moeilijk hanteerbaar criterium. Vandaar dat de Inspectie het begrip ‘ernstige benadeling’ heeft geïntroduceerd. Ernstige benadeling betreft de situatie waarin een werkgever de arbeidswetten voor loon, arbeidstijden, arbeidsomstandigheden en/of legaal werk één of meerdere malen in ernstige mate overtreedt. Er is dan sprake van een ernstige overtreding van één of meer van deze wetten. Het kan dan gaan om situaties zonder aantoonbare dwang of situaties waarin de werkgever niet aantoonbaar handelt met het oogmerk van uitbuiting.
Miljoenen meer gesotken in handhaving
Van de € 50 miljoen die is vrijgemaakt voor de versterking van de handhaving van de Nederlandse arbeidswetten zal iets minder dan € 10 miljoen ten goede komen aan de bestrijding van arbeidsuitbuiting en ernstige benadeling. Dat betekent een vertienvoudiging van de inzet die tot 2019 aan dit thema werd besteed.
De Inspectie SZW kreeg een melding over vijftien werkenden met de Oekraïense nationaliteit, die zonder werkvergunning onder slechte arbeidsomstandigheden zouden werken en slapen bij een bedrijf in de land- en tuinbouw. Uit vooronderzoek bleek dat zij niet langer werkzaam waren bij dit bedrijf, waardoor het niet langer mogelijk was deze vreemdelingen daar werkend aan te treffen. De melding werd een zaak en vooronderzoek werd gedaan. Dat onderzoek moest worden afgebroken, want de gemelde situatie bestaat niet meer.
Er is ook een melding over onderbetaling en lange werkdagen in de land- en tuinbouw, waarbij de Inspectie contact heeft gehad met de melder en de opgestuurde loonstroken heeft onderzocht. Er blijkt geen overtreding van de WML: er was geen onderbetaling en alle gewerkte uren werden betaald. De gedupeerde wilde vanwege angst voor baanverlies niet verder meewerken aan het onderzoek. Het proces: melding is een zaak geworden, vooronderzoek en onderzoek zijn gedaan, er was geen overtreding en dus geen handhaving (‘geen handhavingsresultaat’).
Dan was er nog de zaak van een teeltbedrijf dat mensen uit Maleisië 6 dagen per week 9 tot 10 uur per dag liet werken voor € 720 per maand. Het werk zou een leerstage zijn en de werkenden sliepen op de werkplek. Ernstige benadeling en overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen kon hier wel worden hard gemaakt en de werkgever werd beboet.